25 416
Wijziging van een aantal bepalingen van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 15 september 1997

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel tot wijziging van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van de voorgestelde wijzigingen van een aantal bepalingen van de Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG). Deze leden hebben tegen de voorgestelde wijzigingen van artikelen 3 en 104 geen principiële bezwaren.

Wel vragen de leden van de CDA-fractie de minister aan te geven of zij deze titelwijziging ziet als een nieuwe naam voor de zittende beroepsgroep pedagogen en psychologen, dan wel als de erkenning van een nieuw (basis)beroep. Wat denkt de regering van de zienswijze van het Coördinerend Orgaan voor de Nascholing en Opleiding in de geestelijke gezondheidszorg (CONO) en de Belangenvereniging Orthopedagogen en Klinisch pedagogen met Academische opleiding (BOKA)?

Aan het opnemen van het beroep gezondheidszorg-psycholoog in artikel 3 van de Wet BIG, wordt een aantal criteria gesteld. Het eerste criterium dat positief door de minister wordt beantwoord, betreft de vraag of er sprake is van beroepsuitoefening van de individuele gezondheidszorg. Voor de leden van de CDA-fractie is niet duidelijk, of dat ook geldt voor degenen die dat beroep uitoefenen op het terrein van bijvoorbeeld jeugd- en kinderbescherming, specifiek onderwijs of onderwijs begeleidingsdiensten, en dus meer gezondheidszorg handelingen verrichten.

De leden van de CDA-fractie maken uit het voorstel op dat met betrekking tot de wijziging van de titel en de invulling van de algemene maatregel van bestuur over de opleidingseisen, inspraak en advies mogelijk is geweest van het Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding, waarin volgens deze brief de beroepsgroepen zijn vertegen-woordigd. Kan de minister aangeven waarom aan de in juli 1996 opgerichte beroepsgroep Belangenvereniging Orthopedagogen en Klinisch pedagogen met Academische opleiding (BOKA), ondanks herhaalde verzoeken, die mogelijkheid niet is gegeven?

Gezien het belang dat de leden van de CDA-fractie hechten aan de visie van alle betrokkenen alsmede aan een zo breed mogelijk draagvlak met betrekking tot de algemene maatregel van bestuur, vragen wij de minister of zij bereid is (opnieuw) overleg te plegen met de vereniging BOKA over de door deze vereniging geuite bezwaren tegen de ontwerp algemene maatregel van bestuur, alvorens deze bij de Kamer wordt voor gehangen.

De voorzitter van de commissie,

Van Nieuwenhoven

De griffier voor dit verslag,

Floor


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Lansink (CDA), Schutte (GPV), Van Nieuwenhoven (PvdA), voorzitter, Van der Heijden (CDA), ondervoorzitter, Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), M. M. H. Kamp (VVD), Doelman-Pel (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), Vliegenthart (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Middel (PvdA), Leerkes (U55+), Nijpels-Hezemans (Groep Nijpels), Fermina (D66), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Dankers (CDA), Marijnissen (SP), Essers (PvdA), Oudkerk (PvdA), Cherribi (VVD), Sterk (PvdA), Van Boxtel (D66), Van Vliet (D66), Van Blerck-Woerdman.

Plv. leden: Heeringa (CDA), Van der Vlies (SGP), Lilipaly (PvdA), Th. A. M. Meijer (CDA), Rijpstra (VVD), Voûte-Droste (VVD), Smits (CDA), vacature PvdA, Houda (PvdA), Beinema (CDA), Van den Bos (D66), M. M. van der Burg (PvdA), Rouvoet (RPF), R. A. Meijer (Groep Nijpels), Van Waning (D66), Sipkes (GroenLinks), De Jong (CDA), vacature CD, Passtoors (VVD), Apostolou (PvdA), J. M. de Vries (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Bremmer (CDA), Bakker (D66), Hoogervorst (VVD).

Naar boven