B
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 19 juni
1997 en het nader rapport d.d. 19 juni 1997, aangeboden aan de Koningin door
de minister van Justitie a.i. Het advies van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 16 juni 1997, no. 97.002917, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting, houdende
regels inzake het vervaardigen, vervoeren, voorhanden hebben, dragen enz.
van wapens en munitie (Wet wapens en munitie 1997).
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 16 juni 1997,
nr. 97.002917, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 19 juni 1997, nr. W.03.97.0331, bied ik U hierbij
aan.
De Raad van State heeft kennisgenomen van het feit dat de regering, na
notificatie van het voorstel bij de Europese Commissie, in verband met de
urgentie gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid van artikel 9, zevende
lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen
en technische voorschriften (PbEG L 109). Gelet op het onderwerp van het wetsvoorstel
alsmede op de omstandigheden die aanleiding hebben gegeven tot de urgentie
kan de Raad zich verenigen met de indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal. Hierbij is in aanmerking genomen dat het wetsvoorstel
blijkens de memorie van toelichting geheel identiek is aan de geldende tekst.
Volledigheidshalve merkt de Raad op, dat hij zich het recht voorbehoudt,
om andere regelingen die hem in het kader van de hersteloperatie zullen worden
voorgelegd, indien noodzakelijk, aan een verdergaande toetsing te onderwerpen.
De Raad van State kan zich met het voorstel van wet verenigen.
Ik heb goede nota genomen van de opmerking van de Raad, dat hij zich het
recht voorbehoudt om andere regelingen die hem in het kader van de hersteloperatie
zullen worden voorgelegd, indien noodzakelijk, aan een verdergaande toetsing
te onderwerpen.
Ten opzichte van het aan de Raad voorgelegde voorstel is in de citeertitel
het jaartal «1997» geschrapt. Bij nadere overweging geniet het
namelijk de voorkeur om de benaming van de nieuwe wet gelijkluidend te doen
zijn aan die van de huidige wet, teneinde te voorkomen dat diverse verwijzingen
in andere regelingen aanpassing behoeven.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht
zal zijn geschonken.
De waarnemend Vice-President van de Raad van State,
P. J. Boukema
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Justitie a.i.,
H. F. Dijkstal