nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het onderhavige wetsvoorstel tot vaststelling van de Wet wapens en munitie
strekt tot vervanging van de huidige Wet wapens en munitie (Stb. 1995, 580).
Het ontwerp van laatstgenoemde wet werd niet genotificeerd overeenkomstig
artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het
gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109)1 . Om alsnog aan de verplichting tot notificatie te kunnen voldoen,
is het onderhavige wetsvoorstel als ontwerp aan de Commissie genotificeerd.
Daarbij is gebruik gemaakt van artikel 9, zevende lid, van de richtlijn, hetgeen
betekent dat na notificatie geen zgn. stand-stillperiode in acht behoeft te
worden genomen.
Voor een toelichting op de achtergronden van de wet zij verwezen naar
de parlementaire stukken inzake de oorspronkelijke Wet wapens en munitie en
de daarop gevolgde wijzigingswetten, voor zover deze van materiële betekenis
zijn (zie kamerstukken 14 413, 23 028 en 24 107).
De tekst van het wetsvoorstel is geheel identiek aan de tekst van de huidige
Wet wapens en munitie. Om verwarring te voorkomen is ook de artikelnummering
intact gelaten, hetgeen onder andere betekent dat enkele artikelnummers zijn
«overgeslagen», omdat dit artikelen waren die naderhand zijn vervallen.
Nieuw zijn uiteraard alleen de – wetstechnische – artikelen 57
tot en met 60.
Het onderhavige wetsvoorstel is op 13 juni 1997 gemeld aan de Commissie
van de Europese Gemeenschappen ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van
de bovenvermelde richtlijn. Het wetsvoorstel is op 13 juni 1997 tevens gemeld
aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan
artikel 2, negende lid, van het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen
verdrag inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235).
De Minister van Justitie a.i.,
H. F. Dijkstal