nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 30 januari 1998
Op de agenda van het Algemeen Overleg Binnenvaart van 11 februari 1998
staat als tweede punt mijn brief van 12 november 1997. Deze brief was bestemd
voor het (later uitgestelde) Algemeen Overleg van 18 november 1997.
In deze brief heb ik u ten aanzien van het onderwerp liberalisering binnenvaart
toegezegd in januari 1998 met een samenhangend pakket van wetgeving en beleidsvoornemens
te komen op dit beleidsterrein. Ik noem daarbij de nota naar aanleiding van
het verslag inzake de aanpassing van de Wet vervoer binnenvaart (WVB) aan
richtlijn nr. 96/75/EG, en het verslag over de doeltreffendheid en de effecten
van de Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer (TWNZ), alsmede de
nodige bijlagen. Deze stukken bied ik u separaat aan.
Ik veronderstel dat u het wetgevingstraject verder afzonderlijk wilt laten
doorlopen in de tijd, en dat wij over de aanpassing van de Wet vervoer binnenvaart
kort na het komende reces voor de gemeenteraadsverkiezingen met elkaar kunnen
spreken.
Het evaluatierapport over de TWNZ bespreken we naar ik aanneem tijdens
het Algemeen Overleg van 11 februari 1998. Het ligt daarbij in mijn bedoeling
met uw Kamer van gedachten te wisselen over mijn opvattingen inzake de gefaseerde
voortgang van de liberalisatie. Ik besef daarbij terdege dat de door mij gekozen
route niet de eenvoudigste is en dat we in een betrekkelijk korte periode
heel wat zaken moeten uitvoeren.
Ik denk daarbij met name aan het daadwerkelijk concretiseren van de laatste
fase in het liberalisatieproces, die niet alleen goed controleerbaar moet
zijn voor de Rijksverkeersinspectie, maar ook niet mag leiden tot ongewenste
verstoringen in de marktverhoudingen.
Voor de invulling van deze gefaseerde liberalisering op zowel de binnenlandse
als de Noord-Zuid-markt geef ik u aan, hoe ik dit wil realiseren.
Ik zie uit naar uw opvattingen terzake en hoop op een constructieve gedachtewisseling.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink