25 403
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van enige bijzondere bevoegdheden tot opsporing en wijziging van enige andere bepalingen (bijzondere opsporingsbevoegdheden)

23 251
Partiële wijziging van het Wetboek van Strafvordering (herziening van het gerechtelijk vooronderzoek)

nr. 30
MOTIE VAN HET LID ROUVOET C.S.

Voorgesteld 19 november 1998

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat tijdens de verhoren door de Parlementaire Enquête Commissie Opsporingsmethoden de mogelijkheid van het doorlaten van personen aan de orde is geweest;

overwegende, dat mensensmokkel, vrouwenhandel en wederrechtelijke vrijheidsberoving ernstige misdrijven zijn waarbij de menselijke waardigheid direct in het geding is;

spreekt als haar mening uit dat het doorlaten van personen in de zin van het laten voortduren van bedoelde misdrijven, nadat zij in het kader van de opsporing zijn geconstateerd, niet aanvaardbaar is, ook niet met het oog op zwaarwegende opsporingsbelangen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rouvoet

Kalsbeek-Jasperse

Rabbae

O. P. G. Vos

Dittrich

Van de Camp

Naar boven