25 403
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van enige bijzondere bevoegdheden tot opsporing en wijziging van enige andere bepalingen (bijzondere opsporingsbevoegdheden)

nr. 26
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID RABBAE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 21

Ontvangen 19 november 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel I, onderdeel B, artikel 126aa, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor zover de processen-verbaal of andere voorwerpen andere mededelingen dan bedoeld in de eerste volzin behelzen gedaan door of aan een in die volzin bedoelde persoon, worden zij niet bij de processtukken gevoegd dan na voorafgaande machtiging door de rechter-commissaris.

Toelichting

De positie van een geheimhouder is beter beschermd indien het aan het onbevangen en onpartijdig oordeel van de rechter-commissaris wordt overgelaten om te bepalen welke informatie die is vergaard bij de uitoefening van de opsporingsbevoegdheden, spanning zou kunnen opleveren met het verschoningsrecht. Dit klemt temeer nu de minister heeft gesteld dat de communicatie tussen een verdachte en zijn advocaat kan worden afgeluisterd indien te verwachten valt dat er voldoende voor het strafrechtelijk onderzoek relevante communicatie plaatsvindt.

Deze omschrijving biedt een ruime toepassing van deze bevoegdheid en vereist daarom een strenge en zo objectief mogelijke selectie van de verkregen informatie.

Rabbae

Naar boven