25 403
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van enige bijzondere bevoegdheden tot opsporing en wijziging van enige andere bepalingen (bijzondere opsporingsbevoegdheden)

nr. 22
AMENDEMENT VAN HET LID RABBAE

Ontvangen 11 november 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, artikel 126l, tweede lid, vervallen de tweede en derde volzin.

II

In artikel I, onderdeel B, artikel 126l, derde lid, onderdeel b, vervalt «en, in geval van toepassing van de tweede volzin van het tweede lid, de voorwaarden bedoeld in het tweede lid».

III

In artikel I, onderdeel B, artikel 126l, vierde lid, vervalt de derde volzin.

IV

In artikel I, onderdeel B, artikel 126l, zesde lid, vervallen de tweede en derde volzin.

V

In artikel I, onderdeel B, artikel 126l, zevende lid, eerste volzin, vervalt «, tenzij toepassing wordt gegeven aan de tweede volzin van het tweede lid».

VI

In artikel I, onderdeel B, artikel 126s, tweede lid, vervallen de tweede en derde volzin.

VII

In artikel I, onderdeel B, artikel 126s, derde lid, onderdeel b, vervalt «en, in geval van toepassing van de tweede volzin van het tweede lid, de voorwaarden bedoeld in het tweede lid».

VIII

In artikel I, onderdeel B, artikel 126s, vierde lid, derde volzin, vervalt.

IX

In artikel I, onderdeel B, artikel 126s, zesde lid, tweede en derde volzin, vervalt.

X

In artikel I, onderdeel B, artikel 126s, zevende lid, vervalt «, tenzij toepassing wordt gegeven aan de tweede volzin van het tweede lid».

Toelichting

Het afluisteren in een woning betekent een ernstige schending van het huisrecht en daarmee van artikel 8 EVRM, omdat een woning bij uitstek een plaats is waar iemand onbevangen zichzelf is. Deze mogelijkheid is ook niet per se noodzakelijk, omdat er voldoende methoden zijn voor informatievergaring.

Rabbae

Naar boven