25 403
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van enige bijzondere bevoegdheden tot opsporing en wijziging van enige andere bepalingen (bijzondere opsporingsbevoegdheden)

nr. 20
AMENDEMENT VAN HET LID RABBAE

Ontvangen 11 november 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, vervalt artikel 126w.

II

In artikel I, onderdeel B, vervalt artikel 126x.

III

In artikel I, onderdeel B, artikel 126ij, wordt het zesde lid vervangen door:

7. Zodra niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, bepaalt de officier van justitie dat de uitvoering van de overeenkomst wordt beëindigd.

8. De overeenkomst kan schriftelijk worden gewijzigd, aangevuld, verlengd of beëindigd. De officier van justitie legt de redenen daarvan uiterlijk binnen drie dagen schriftelijk vast.

Toelichting

Het toestaan van burgerinfiltratie betekent het bewust nemen van een risico dat een burger gaat deel uitmaken van een criminele organisatie, waarvan de gevolgen niet zijn te voorzien of te voorkomen. Dit risico laat zich niet verenigen met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde waarmee het openbaar ministerie is belast. Daarnaast heeft de minister aangegeven dat er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen criminele en niet-criminele burgers bij de inzet van infiltranten. Met name de ervaringen met criminele burgers als infiltranten zijn dermate negatief, dat het wettelijk vastleggen van deze mogelijkheid onwenselijk is.

Rabbae

Naar boven