25 397
Het verschaffen van een wettelijke basis voor uitkeringen en subsidies op de terreinen van maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 november 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor de tekst wordt het cijfer 1 geplaatst.

b. Een tweede en derde lid worden toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van artikel 10a van de Welzijnswet 1994 kunnen voor het jaar 1998 bij ministeriële regeling:

a. de gemeenten worden aangewezen, en

b. de regels, bedoeld in het derde lid van dat artikel, worden gesteld.

3. Bij ministeriële regeling kunnen voor subsidies ten behoeve van verslavingsbeleid van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 10 van de Welzijnswet 1994, afwijkende regels worden gesteld ten aanzien van de aanvraag.

B

Artikel III komt te luiden:

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1997, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 1998.

Toelichting

In het verslag hebben de leden van de D66-fractie de veronderstelling geuit dat, indien de behandeling van het wetsvoorstel en de algemene maatregel van bestuur niet tijdig afgerond zouden zijn, er een noodvoorziening getroffen zou worden. In de nota naar aanleiding van het verslag is geantwoord dat deze veronderstelling juist was.

Tijdige afronding houdt – in verband met het per 1 januari 1998 vervallen van de Tijdelijke wet stimulering sociale vernieuwing (Twssv) en het Tijdelijk subsidiebesluit verslavingsbeleid – in, een afronding van het wetsvoorstel en de algemene maatregel van bestuur op grond van het voorgestelde artikel 10a voor 1 januari 1998.

Dezerzijds wordt nog steeds beoogd het onderhavige voorstel tot wijziging van de Welzijnswet 1994 per 1 januari 1998 in werking te laten treden. Gelet op de fase van behandeling waarin het wetsvoorstel zich op dit moment bevindt, is het echter de vraag of dit ook daadwerkelijk zal lukken. In ieder geval is het niet reëel meer te verwachten dat de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 10a voor 1 januari 1998 afgerond zal zijn. Daarom wordt in deze nota van wijziging in de eerste plaats voorgesteld artikel III zodanig te wijzigen dat – indien het wetsvoorstel in het Staatsblad wordt geplaatst na 31 december 1997 – het wetsvoorstel terug werkt tot en met 1 januari 1998. In de tweede plaats wordt voorgesteld voor het jaar 1998 de gemeenten die een uitkering ontvangen, de hoogte van de uitkering en de overige regels met betrekking tot die uitkering bij ministeriële regeling te bepalen. Dit is in het nieuwe tweede lid van artikel II vastgelegd. Zoals in de memorie van toelichting is aangegeven, zal teneinde gemeenten waarin op dit moment voorzieningen op het terrein van maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid gelegen zijn en die daarvoor nu op grond van de Twssv een uitkering ontvangen, in staat te stellen het bestaande voorzieningenniveau te handhaven, sprake zijn van voortzetting van het huidige beleid in 1998. Subsidiëring van landelijke organisaties op het terrein van verslavingsbeleid zal plaatsvinden op grond van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 10 van de Welzijnswet 1994. Deze algemene maatregel bevat onder meer de bepaling dat aanvragen voor een jaarlijkse instellingssubsidie uiterlijk 13 weken voor het jaar waarop de subsidie betrekking heeft ingediend moeten worden. Het mag duidelijk zijn dat deze bepaling als zodanig niet meer toegepast kan worden voor het jaar 1998. Dit geldt ook voor andere bepalingen die betrekking hebben op de aanvraag van subsidie. Vandaar dat in het nieuwe artikel II, derde lid, wordt voorgesteld bij ministeriële regeling af te kunnen wijken van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 10 van de Welzijnswet 1994.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

Naar boven