25 392
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, het Wetboek van Strafvordering, de Politiewet 1993 en andere wetten (reorganisatie openbaar ministerie en instelling landelijk parket)

nr. 29
VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 april 1998

In artikel I, onderdeel GG, artikel 128, komt het zesde lid te luiden als volgt:

6. Indien het betreft een aanwijzing tot het niet of niet verder opsporen of vervolgen, stelt Onze Minister de beide Kamers der Staten-Generaal zo spoedig mogelijk in kennis van de aanwijzing, de voorgenomen aanwijzing en de zienswijze van het College, voor zover het verstrekken van de desbetreffende stukken niet in strijd is met het belang van de staat.

Toelichting

Met deze nota van wijziging wordt tegemoet gekomen aan de wens een betere aansluiting te verkrijgen op het regime van artikel 68 Grondwet. Materieel komt de nieuwe bepaling er aldus op neer, dat artikel 68 Grondwet, dat handelt over de informatieverstrekking op verzoek, van overeenkomstige toepassing wordt op de informatieverstrekking uit eigen beweging, zoals deze is neergelegd in artikel 128, zesde lid, van de Wet RO.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven