25 392
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, het Wetboek van Strafvordering, de Politiewet 1993 en andere wetten (reorganisatie openbaar ministerie en instelling landelijk parket)

nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 9 april 1998

Op 6 april jl. is inzake het wetsvoorstel reorganisatie OM een gewijzigd amendement ingediend van de leden Rabbae en Kalsbeek-Jasperse betreffende het voorgestelde artikel 128, zesde lid, Wet RO (kamerstukken II 1997/98, 25 392, nr. 26). In mijn brief van dezelfde datum heb ik mede namens mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken het amendement ernstig ontraden.

Met het oog op de geplande beraadslagingen van dinsdag 14 april a.s. over het amendement heb ik prof. mr. C.A.J.M. Kortmann, hoogleraar staatsrecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, om advies gevraagd. Het advies dat op 8 april jl. is uitgebracht, treft u hierbij aan1. Ten behoeve van de advisering heb ik naast de relevante parlementaire stukken aan professor Kortmann mijn concept-spreektekst ter beschikking gesteld die bestemd was voor het geval reeds afgelopen dinsdag heropening van de beraadslagingen over genoemd amendement had plaatsgevonden. Dit concept heb ik ter kennisname bijgevoegd.1

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven