25 389
Uitspraak Hof van Justitie van de EG inzake de notificatierichtlijn van de EG (Securitel-arrest)

nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 24 november 1997

1. Verslag over periode lopend van 25 augustus tot 20 november

In onze brief van 28 augustus jl. (kamerstukken II 1996/97, 25 389, nr. 25) hebben wij u tussentijds verslag gedaan van de stand van zaken in de Securitel-hersteloperatie. Tevens hebben wij u toegezegd u op gezette tijden over de voortgang van het proces te informeren. Hierbij geven wij, mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, gevolg aan deze toezegging, mede ten behoeve van het algemeen overleg met de vaste commissie voor Economische Zaken en voor Justitie op 27 november a.s..

In de brief van 28 augustus jl. hebben wij aangegeven dat het tijdschema werd aangescherpt en dat alle regelingen die daarvoor in aanmerking komen, reeds op 1 september zouden zijn genotificeerd. Inderdaad zijn de laatste regelingen op 1 september genotificeerd.

Aantal – in het kader van de hersteloperatie – te herstellen regelingen.

In voornoemde brief gaven wij aan dat 232 regelingen voor notificatie in aanmerking kwamen. Het aantal regelingen dat in het kader van de hersteloperatie zal worden hersteld, is sindsdien naar beneden bijgesteld tot 222. De tien regelingen die bij nader inzien niet worden hersteld in het kader van de hersteloperatie, zijn:

– Nadere regelen Mijnreglement 1964 en Mijnreglement continentaal plat steigers (nummer 36, EZ). Deze regeling is ingetrokken en vervangen door een regeling die verwijst naar het Arbeidsomstandig- hedenbesluit dat geen technische voorschriften bevat.

– Schepelingenbesluit (nummer 85, Justitie). Deze regeling behoeft niet te worden hersteld omdat het enige artikel uit dit besluit dat in aanmerking kwam voor notificatie (art. 51), bij nader onderzoek bleek te zijn vastgesteld op 2 augustus 1980, dus ruim voor de inwerkingtreding van richtlijn 83/189/EEG.

– Verordening tot wijziging van de landbouwkwaliteitsverordening baconcuts en prepacked bacon 1978 (nummer 154, LNV PBO). Na nader overleg met de Commissie van de Europese Gemeenschappen (verder te noemen de Commissie) is besloten dat deze regeling wordt ingetrokken.

– Besluit Productschap voor Veevoeder bedrijfsinterne inspecties en controle GMP diervoedersector (nummer 160, LNV PBO). Naar aanleiding van een zgn. uitvoerig gemotiveerde mening van Frankrijk is besloten dat deze regeling wordt ingetrokken.

– Uitvoeringsbesluit 1990/1 Kwaliteitsnormen (verhandelingsverbod bloembollen) (nummer 172, LNV PBO). Na nader overleg met de Commissie is besloten dat deze regeling wordt ingetrokken.

– Uitvoeringsbesluit 1989/2 Kwaliteitsnormen (verhandelingsverbod zaaddahlia's) (nummer 173, LNV PBO). Na nader overleg met de Commissie is besloten dat deze regeling wordt ingetrokken.

– Wijziging 1 Uitvoeringsbesluit 1990/1 Kwaliteitsnormen (nummer 174, LNV PBO). Na nader overleg met de Commissie is besloten dat deze regeling wordt ingetrokken.

Daarnaast zijn, zoals reeds aangekondigd in onze brief van 28 augustus, drie regelingen regulier – buiten de hersteloperatie om – genotificeerd, omdat die regelingen nog niet van kracht waren. Dit zijn:

– Verordening voorverpakte gedistilleerde dranken (nummer 54, EZ PBO)

– Statiegeldverordening frisdranken en waters 1992 (nummer 58, EZ PBO)

– Uitvoeringsbesluit statiegeldverordening frisdranken en waters 1992 (nummer 59, EZ PBO).

Status WTO-notificaties

Van de 222 te herstellen regelingen zijn er 208 eveneens genotificeerd onder het regime van het verdrag t.a.v. Technical Barriers to Trade (TBT). Deze zijn door de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer (CDIU) bij het WTO-secretariaat ingediend in de periode van 3 september tot 10 oktober jl., waarbij een commentaar-periode van 45 dagen is aangegeven en door het WTO-secretariaat overgenomen. De laatste vervaldatum van de commentaar-perioden van de TBT-regelingen is 29 november 1997.

14 regelingen vielen uiteindelijk onder het regime van het verdrag t.a.v. Sanitaire en Phyto-Sanitaire maatregelen (SPS); 13 van LNV en één van VWS. In onze brief van 28 augustus maakten wij melding van overleg met de Commissie over het indienen van de SPS-notificatie nog tijdens de EU-standstill-periode. Uiteindelijk moest de Commissie concluderen dat zij daartoe niet de vrijheid had. De Commissie heeft wel – naar aanleiding van een brief van minister Van Aartsen aan Commissaris Fischler – onverwijld na het aflopen van de EU-standstill-perioden de SPS-regelingen bij het WTO-secretariaat ingediend en een commentaar-periode van 30 dagen aangegeven, welke periode door het WTO-secretariaat is overgenomen. Hierdoor verlopen de commentaar-perioden van de SPS-regelingen tussen 4 en 13 december as..

Geconcludeerd kan worden dat de WTO-notificaties geen hinderpaal zullen vormen voor het tijdig afronden van het herstel van de regelingen.

Status EU-notificaties

Inmiddels is van 120 van de 222 regelingen (54%) die worden hersteld, de 83/189/EEG standstill-periode afgelopen.

De notificaties hebben tot op heden aanleiding gegeven tot 73 reacties van de Commissie of van Lid-Staten, als volgt onderverdeeld:

– Zeven Uitgebreid Gemotiveerde Meningen (UGMs). Het aantal van 7 UGMs op de 120 regelingen waarvan de standstill-periode is afgelopen (6%) is opvallend laag. Uit gegevens van de Commissie over 1996 blijkt dat EU-breed 46% van de genotificeerde regelingen aanleiding heeft gegeven tot UGMs (voor Nederland is dat 44%). Dit geeft aan dat de werkzaamheden van het Securitel-coördinatieteam en het vooroverleg met de Commissie – inclusief mondelinge en schriftelijke contacten van Minister Wijers met Commissaris Bangemann – hun vruchten hebben afgeworpen.

UGMs zijn ingediend over:

– Waarborgwet 1986 (nummer 21, EZ), ingediend door Duitsland

– IJkregeling inhoudsmaten (nummer 44, EZ), ingediend door Frankrijk

– Besluit Productschap voor Veevoeder bedrijfsinterne inspecties en controle GMP diervoedersector (nummer 160, LNV PBO), ingediend door Frankrijk. LNV PBO heeft besloten deze regeling in te trekken

– Regeling permanente eisen (nummer 249, V&W), ingediend door Duitsland

– Regeling toelatingseisen voertuigonderdelen (nummer 257, V&W), ingediend door Duitsland

– Regeling permanente eisen bussen (nummer 264, V&W), ingediend door Duitsland

– Regeling vaststelling regels voor de keuring van bussen (nummer 268, V&W) ingediend door Duitsland

– Wanneer ingeschat wordt dat bilateraal overleg met de reagerende instantie kan leiden tot omzetting van een UGM in een opmerking of tot intrekking van de UGM, wordt schriftelijk en zo nodig mondeling overleg gevoerd.

Regelingen waarvan een UGM wordt gehandhaafd, zullen – vanwege de verlenging van de standstill-periode met drie maanden tot in totaal zes maanden – niet voor 1 januari 1998 hersteld kunnen worden. Wel is het zo dat alle stappen die voor die datum genomen kunnen worden, zullen worden genomen.

– 24 verzoeken om aanvullende informatie. Over 24 regelingen zijn verzoeken om aanvullende inlichtingen ontvangen, overwegend van de Commissie en veelal in de vorm van aanduidingen over gewenste veranderingen in de tekst van de regeling. Het indienen van een verzoek om aanvullende informatie leidt niet tot een verlenging van de standstill-periode; de aanvullende informatie moet steeds vóór het verstrijken van de standstill-periode worden geleverd. De deadlines zijn steeds gerespecteerd en de Nederlandse reacties zijn tot nu toe zodanig geweest, dat over geen van de regelingen waarover een verzoek om aanvullende informatie is ontvangen, een UGM is ingediend.

– 33 opmerkingen. Lid-Staten en de Commissie hebben tot nu toe ook relatief weinig opmerkingen gemaakt over de regelingen uit de hersteloperatie (1 opmerking per 4 regelingen), terwijl uit gegevens van de Commissie over 1996 blijkt dat EU-breed die verhouding 4:5 is geweest.

Het indienen van een opmerking leidt niet tot een verlenging van de standstill-periode. De notificerende Lid-Staat wordt geacht op opmerkingen te reageren, maar een verplichting daartoe is er niet. De Commissie geeft voor de reactie dan ook geen deadline, maar er wordt naar gestreefd om op alle opmerkingen binnen een week te reageren.

– Aanvullend mondeling overleg met de Commissie over één regeling van het Ministerie van LNV en acht regelingen van LNV PBOs. Tijdens het overleg is aan de Commissie additionele informatie verstrekt over vijf regelingen. Naar aanleiding van dit overleg heeft LNV PBO besloten vier regelingen in te trekken.

Status van de te herstellen wetten

Tot de te herstellen regelingen behoren zes wetten:

– Wet wapens en munitie (nummer 75, Justitie) is in het kader van de spoedoperatie reeds in juli 1997 hersteld (wet van 5 juli 1997, Stb. 292).

– Waarborgwet 1986 (nummer 21, EZ). Het wetsvoorstel is op 18 september jl. aan de Tweede Kamer aangeboden (wetsvoorstel 25 626). De wet is op 6 november door de Tweede Kamer aangenomen. Omdat Duitsland – op de valreep – een Uitvoerig Gemotiveerde Mening (UGM) heeft ingediend, is de standstill-periode tot 30-01-98 verlengd. De inhoud van de UGM levert vooralsnog geen reden op om de wet te wijzigen. Momenteel wordt met de betrokken Duitse autoriteiten overleg gevoerd over de inhoud van de UGM; wanneer de vragen van Duitsland afdoende zijn beantwoord, zal hen in overweging worden gegeven de UGM om te zetten in een opmerking of deze zonder meer in te trekken (waardoor het einde van de standstill-periode weer wordt teruggebracht naar 30-10-97).

– IJkwet (nummer 22, EZ). De standstill-periode is op 30 oktober beëindigd. Het wetsvoorstel is op 8 september jl. aan de Tweede Kamer aangeboden (wetsvoorstel 25 625). De wet is op 6 november door de Tweede Kamer aangenomen. De wet is in behandeling bij de Eerste Kamer.

– Wet belastingen op milieugrondslag (art 36a, eerste lid, onderdeel g) (nummer 70, Financiën). Omdat het een fiscale maatregel betreft, kent deze regeling geen standstill-periode. Het wetsvoorstel is op 28 oktober aan de Tweede Kamer aangeboden (wetsvoorstel 25 708). Over het wetsvoorstel werd op 20 november door de vaste commissie voor Financiën een blanco verslag uitgebracht.

– Wet op de kansspelen (Titel Va, speelautomaten) art. 30m en 30t (nummer 76, Justitie). Het wetsvoorstel is op 30 september aan de Tweede Kamer aangeboden (wetsvoorstel 25 646). De standstill-periode is op 31 oktober beëindigd. Over het wetsvoorstel werd op 23 oktober door de vaste commissie voor Justitie een blanco verslag uitgebracht (Kamerstukken II 1997/98, 25 646, nr. 4). Op 14 november werd echter een nieuw verslag uitgebracht, ditmaal met vragen en opmerkingen van leden van de CDA-fractie. De nota naar aanleiding van laatstgenoemd verslag zal zeer binnenkort worden uitgebracht. Gaarne verzoeken wij uw Kamer er medewerking aan te verlenen dat het wetsvoorstel alsdan op een zodanig tijdstip door de Tweede Kamer zal worden afgehandeld, dat vervolgens nog voor 1 januari 1998 behandeling in de Eerste Kamer kan plaatsvinden.

– Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (nummer 130, LNV). De standstill-periode is op 6 november beëindigd. Het wetsvoorstel is op 10 september aan de Tweede Kamer aangeboden (wetsvoorstel 25 526).

Dus hooguit één wet kan niet voor de aangegeven deadline van 1 januari worden hersteld. Ten aanzien van de overige vier wetten die nog niet zijn hersteld, geldt dat deze in beginsel vóór 1 januari 1998 hersteld kunnen worden; dit hangt echter af van het verloop van de behandeling van de wetsvoorstellen in de Tweede en Eerste Kamer.

Status van de amvb's en overige regelingen

Tot de te herstellen regelingen behoren 34 amvb's. Van deze amvb's is één amvb (het Besluit alcoholonderzoeken; Justitie) reeds in het kader van de spoedoperatie hersteld. Inmiddels is van 25 amvb's de standstill-periode verlopen; de laatste verlopen op 4 december a.s. Tot nu toe is over geen van de amvb's een Uitvoerig Gemotiveerde Mening ingediend.

Vermeld zij dat het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen (nummer 132, LNV), na advisering door de Raad van State op grond van art. 92 van de Wet bodembescherming, nog vier weken in de Eerste en Tweede Kamer dient te worden voorgehangen. Het advies zal eerdaags worden uitgebracht.

Naast de regelingen die in het kader van de spoedoperatie in juli 1997 zijn hersteld, zijn tot op heden vier (ministeriële) regelingen (alle van LNV) hersteld door publicatie van de vervangende regelingen in de Staatscourant.

2. Het vervolg van de hersteloperatie

Vanzelfsprekend zullen wetsvoorstellen die voor 1 januari door de Eerste Kamer worden afgehandeld, zo spoedig mogelijk in het Staatsblad worden geplaatst.

Van de amvb's worden, zodra de standstill-periode is afgelopen, de nadere rapporten naar aanleiding van het advies van de Raad van State opgesteld. Onmiddellijk daarna zullen de amvb's worden vastgesteld en gepubliceerd in het Staatsblad, en wel vóór 1 januari, voor zover niet onmogelijk gemaakt door verlenging van de standstill-periode ten gevolge van een UGM.

De overige betrokken regelingen (ministeriële regelingen en PBO-besluiten) zullen zo spoedig mogelijk na het aflopen van standstill-periode worden vastgesteld en gepubliceerd in het relevante publicatieblad (Staatscourant, SER-publicatieblad, e.d.) en wel vóór 1 januari, voor zover niet onmogelijk gemaakt door verlenging van de standstill-periode ten gevolge van een UGM.

Het Securitel-coördinatieteam blijft tot medio januari 1998 in stand om

– de voortgang van de hersteloperatie te monitoren;

– de kwaliteit en tijdigheid van reacties van de betrokken ministeries aan de Commissie en Lid-Staten te bevorderen; en om

– de eindrapportage aan de Tweede en Eerste Kamer en aan de Commissie te verzorgen.

Wij zullen u medio januari 1998 eindverslag uitbrengen van de Securitel-hersteloperatie. Mochten ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, dan zullen wij u uiteraard tussentijds informeren.

De Minister van Economische Zaken,

G. J. Wijers

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven