nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 27 april 1999
In mijn beleidsvisie Traumazorg van 2 oktober 1998 (25 387,
nr. 4) heb ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties mijn beleid ten aanzien van de traumazorg weergegeven.
Hierbij informeer ik u over de verdere uitwerking van het beleid ten
aanzien van de traumazorg in Nederland.
Door middel van aanwijzing van tien ziekenhuizen als traumacentra beoog
ik een landelijk traumazorgnetwerk te realiseren. Een verbeterde samenwerking
zal een belangrijke kwaliteitsverbetering van de zorg betekenen. In de nota
«Met zorg verbonden» (juni 1997, 25 387, nrs. 1 en 2) is
reeds aangegeven dat de samenwerking en afstemming tussen betrokken hulpverleners
en organisaties binnen de spoedeisende medische hulpverlening verbeterd kan
worden. De betrokken organisaties dienen als één keten van zorg
te functioneren. De samenwerking kan resulteren in een juiste patiëntenverdeling
over de ziekenhuizen. Immers, de mogelijkheden van het ziekenhuis moeten overeenstemmen
met de zorgbehoefte van de betreffende ongevalspatiënt.
Traumacentra hebben, naast de zorgtaak voor de meest ernstig gewonden,
belangrijke bijzondere taken ten aanzien van het realiseren van het traumazorgnetwerk.
Een goed functionerende dagelijkse spoedeisende hulpverlening vormt de basis
voor goede opvang van patiënten bij grootschalige ongevallen. In het
project Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) zijn verschillende
ontwikkelingen in gang gezet die enerzijds gericht zijn op de verbetering
van het functioneren van de keten van spoedeisende medische hulpverlening
en anderzijds op het vloeiend laten verlopen van de opschaling van de dagelijkse
spoedeisende hulpverlening naar grootschaliger hulpverlening.
Het realiseren van een traumazorgnetwerk levert hier een belangrijke bijdrage
aan.
Ziekenhuizen hebben van de mogelijkheid gebruik kunnen maken om, op basis
van mijn Beleidsvisie Traumazorg, een verzoek tot aanwijzing als traumacentrum
in te dienen. De ziekenhuizen zijn gevraagd een plan van aanpak in te dienen
waarin duidelijk staat beschreven hoe zij nu met traumazorg bezig zijn, en
aan te geven op welke wijze zij de taken van een traumacentrum willen gaan
vervullen (dit betreft de zorgtaak voor zeer ernstig gewonden en de bijzondere
taken t.a.v. het realiseren van een traumazorgnetwerk).
De plannen die zijn ingediend heb ik zorgvuldig bestudeerd. Ik ben tot
de volgende besluitvorming gekomen. Als traumacentrum zullen worden aangewezen:
het Academisch Ziekenhuis Rotterdam, Academisch Ziekenhuis VU, Academisch
Ziekenhuis Utrecht, Academisch Ziekenhuis Nijmegen, Medisch Spectrum Twente,
Isala klinieken te Zwolle, St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg en een tijdelijke
aanwijzing aan het Academisch Ziekenhuis Groningen, Academisch Ziekenhuis
Maastricht en het Leids Universitair Medisch Centrum. Ik heb gekozen voor
enkele tijdelijke aanwijzingen bij ziekenhuizen waar het ingediende verzoek
tot aanwijzing te weinig het karakter heeft van een gedegen plan van aanpak.
De tijdelijke aanwijzingen kunnen pas in een definitieve aanwijzing worden
omgezet als de ziekenhuizen de ingediende plannen verbeteren. De betrokken
ziekenhuizen hebben hiervoor vier maanden de tijd.
Voor een helikopter zullen zorgdragen: het Academisch Ziekenhuis VU, Academisch
Ziekenhuis Rotterdam en het Academisch Ziekenhuis Nijmegen. De vierde helikopter
komt in het noorden van Nederland. Voor een toekenning is het noodzaak dat
de aanwijzing van het Academisch Ziekenhuis Groningen omgezet kan worden in
een definitieve aanwijzing.
De traumacentra worden financieel ondersteund voor de bijzondere taken
die zij dienen te vervullen ten aanzien van het ontwikkelen van het netwerk.
Deze ondersteuning is in eerste instantie niet bedoeld voor de uitvoering
van de zorgtaak.
Er is structureel 10 miljoen gulden beschikbaar, evenredig over de centra
te verdelen. Dit bedrag biedt het kader waarbinnen een maximaal rendement
moet worden gehaald.
De traumacentra dienen alle 10 een mobiel medisch team (MMT) te verzorgen.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties draagt zorg voor
de materiële voorzieningen van de Geneeskundige Combinaties, waar de
MMT's deel van uit gaan maken. Het Ministerie van BZK levert de materiële
voorzieningen voor de grondgebonden MMT's.
De vier traumacentra die worden aangewezen om een helikoptervoorziening
te verzorgen zullen hiervoor door mij financieel worden ondersteund. Hiervoor
is eveneens structureel 10 miljoen gulden beschikbaar. Ook ten aanzien van
de mobiele medische teams geldt dat het maximale rendement behaald moet worden
binnen de gestelde financiële kaders.
Het beleid ten aanzien van de traumazorg wil ik twee jaar na de datum
van deze aanwijzing evalueren, zodat duidelijkheid kan worden verkregen over
de wijze waarop zowel de zorgtaak als de bijzondere taken door de traumacentra
zijn opgepakt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers