nr. 12
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN OVEN TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
Ontvangen 2 december 1997
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 3 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 3a
1. Een ontwerp van een besluit dat beoogt het Koninkrijk te binden, wordt
voordat daaromtrent enigerlei besluitvorming door de in artikel 28 van de
in artikel 1 genoemde Overeenkomst bedoelde Raad van Bestuur plaatsvindt,
terstond nadat de tekst van dat ontwerp tot stand is gekomen openbaar gemaakt
en aan de Staten-Generaal voorgelegd.
2. Een ontwerp-besluit als bedoeld in het eerste lid kan, in afwijking
van het bepaalde in dat lid, ter vertrouwelijke kennisneming door de leden
van de Staten-Generaal worden voorgelegd indien buitengewone omstandigheden
van dwingende aard het bepaald noodzakelijk maken dat het ontwerp een geheim
of vertrouwelijk karakter draagt.
3. Instemming van de Staten-Generaal is vereist voordat de vertegenwoordiger
van het Koninkrijk zijn medewerking kan verlenen aan het totstandkomen van
een besluit als bedoeld in het eerste lid.
4. Stilzwijgende instemming is verleend indien niet binnen vijftien dagen
na overlegging van het ontwerp-besluit aan de Staten-Generaal door of namens
een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het ontwerp-besluit
de uitdrukkelijke instemming behoeft.
Artikel 3b
1. Een ontwerp-regeling als bedoeld in artikel 28, eerste lid, punt 2,
6 en 10, zevende lid, en artikel 42, eerste lid, van de in artikel 1 genoemde
Overeenkomst, wordt voordat daaromtrent enigerlei besluitvorming door de in
artikel 28 van de in artikel 1 genoemde Overeenkomst bedoelde Raad van Bestuur
plaatsvindt, terstond nadat de tekst van dat ontwerp tot stand is gekomen
aan de Staten-Generaal voorgelegd.
2. Indien een ontwerp-regeling als bedoeld in het eerste lid beoogt het
Koninkrijk te binden, is artikel 3a, derde en vierde lid, van overeenkomstige
toepassing.
Toelichting
Hierbij wordt een instemmingsrecht van de Staten-Generaal opgenomen in
de Goedkeuringswet ten aanzien van de besluiten van de Raad van Bestuur die
het Koninkrijk binden, overeenkomstig de goedkeuringswetten van de Schengen
Uitvoerings-overeenkomst en het Verdrag van Maastricht.
Tevens wordt een vergelijkbare voorziening getroffen voor de zgn. uitvoeringsregelingen:
het ontwerp van die regelingen wordt voorgelegd aan het parlement. Als die
ontwerp-regelingen (geheel of gedeeltelijk) beogen het Koninkrijk te binden
dan is de instemmingsprocedure van artikel 3a op die ontwerp-regelingen van
overeenkomstige toepassing. Doordat uitvoeringsregelingen door dit amendement
in ontwerp worden voorgelegd, kan de Staten-Generaal ook zelfstandig beoordelen
of het al dan niet om een regeling gaat die voor het Koninkrijk verbindend
is.
Van Oven