25 335
Wijziging van de Spoorwegwet ter implementatie van richtlijn nr. 95/18/EG en richtlijn 95/19/EG

nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID STELLINGWERF

Ontvangen 2 februari 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 32 als volgt gewijzigd:

I

In het eerste lid wordt «kunnen nadere regels worden gesteld» vervangen door: worden nadere regels gesteld.

II

Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

A. In de eerste volzin wordt «kan bepaald worden» vervangen door: wordt bepaald.

B. In de tweede volzin wordt «Voorts kunnen de nadere regels voorzien in» vervangen door: Voorts voorzien de nadere regels in.

III

Toegevoegd wordt een lid, dat luidt:

4. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens het eerste lid wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd en sedert die overlegging vier weken zijn verstreken.

Toelichting

De uitwerking van hoofdstuk III van de Spoorwegwet dient ingevolge dit amendement in ieder geval regels te bevatten over een voorrangsregime bij de toewijzing van capaciteit voor spoorwegvervoerdiensten. Uitgangspunt hierbij dient te zijn dat personenvervoer voorrang heeft boven goederenvervoer.

Daartoe wordt in het eerste en derde lid van artikel 32 gekozen voor een imperatieve formulering betreffende het vaststellen van nadere regels.

Voorts wordt aan het artikel een lid toegevoegd dat de parlementaire betrokkenheid bij de nadere regels vastlegt.

Stellingwerf