25 333
Wijziging van de Huisvestingswet, de Woningwet en enige andere wetten in verband met de integratie van de woonwagen- en woonschepenregelgeving

nr. 21
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID M. M. VAN DER BURG TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 14

Voorgesteld 14 april 1998

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat nog niet alle deconcentratieplannen zijn afgerond en er bovendien op dit moment sprake is van een aanzienlijk tekort aan standplaatsen/woonwagens, dat is geschat op ca. 1450, maar welk aantal niet exact is vastgesteld op basis van recent onderzoek;

van mening, dat dit tekort voor het jaar 2003 dient te worden ingelopen en dat het daarvoor noodzakelijk is om op basis van recent onderzoek zo spoedig mogelijk duidelijkheid te verkrijgen over het exacte tekort aan standplaatsen en in welke gemeente zich een aantoonbaar tekort voordoet, inclusief de aantallen;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor 1 oktober 1998, de Kamer dit overzicht van gemeenten waar zich dit aantoonbare tekort aan standplaatsen voordoet te doen toekomen, inclusief de aantallen, hetgeen als basis dient voor de Ministeriële Regeling, zoals opgenomen in artikel 2, vierde lid van het Wetsvoorstel Huisvestingswet, nr. 25 333,

en gaat over tot de orde van de dag.

M. M. van der Burg

Naar boven