25 333
Wijziging van de Huisvestingswet, de Woningwet en enige andere wetten in verband met de integratie van de woonwagen- en woonschepenregelgeving

nr. 19
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 16 maart 1998

Tijdens de plenaire behandeling op 10 maart 1998 van wetsvoorstel 25 333 (intrekking Woonwagenwet) is gevraagd om in een in te richten stimulerings-, ondersteunings- en signaleringssteunpunt voor woonwagenbewoners de volkshuisvesting als aandachtsveld mee te nemen.

Ik heb u daarop toegezegd dat ik een en ander onder de aandacht van de voor het minderhedenbeleid verantwoordelijke minister van Binnenlandse Zaken zal brengen en dat u voor de stemming een antwoord op deze vraag zult krijgen. Inmiddels heb ik mij verstaan met de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die de primaire verantwoordelijkheid draagt voor de uitwerking van het bedoelde steunpunt.

Naar aanleiding van dit overleg deel ik u mede dat er geen principiële bezwaren bestaan tegen het betrekken van huisvestingsaspecten bij de werkzaamheden van dit op te zetten steunpunt.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel

Naar boven