A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET WETSVOORSTEL EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING
ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD
Voorstel van wet
In artikel I ontbrak in de eerste wijziging van artikel 21 van de Wet
op de studiefinanciering «en wordt «f 30 000,–»
vervangen door: f 31 500,–.».
Memorie van toelichting
– In hoofdstuk 1, vijfde alinea, luidde de passage beginnend met
«Zo wordt ongeveer 60%» tot en met «in de hogere inkomensgroepen.»:
«Zo wordt ongeveer 60% van de desbetreffende studerenden automatisch
gecompenseerd. Voor de studerenden die niet in aanmerking komen voor een aanvullende
beurs, geldt deze compensatie niet.»
– In hoofdstuk 2, eerste alinea, luidde de laatste zin: «Dit
houdt in dat voor alle nieuwe WSF-gerechtigden per 1 september 1997 geldt
dat zij niet langer gratis meeverzekerd kunnen blijven met hun ouders, dus
ook de WSF-gerechtigden jonger dan 18 jaar. Voor WSF-gerechtigden in het mbo
geldt de beëindiging van de gratis meeverzekering per 1 augustus 1997.»
– In hoofdstuk 3 ontbrak de laatste alinea.
– In hoofdstuk 4, eerste alinea, luidden de eerste twee zinnen:
«In onderstaande tabel zijn de inkomensgevolgen voor de WSF-gerechtigden
weergegeven.»
– In hoofdstuk 4 luidde het opschrift van tabel 1: «Tabel
1. Inkomenseffecten per jaar».
– In hoofdstuk 4 luidde de tweede alinea na tabel 1:
«Bij een totaal belastbaar inkomen van f 46 000,–
tot f 49 000,– zal het inkomenseffect variëren van f 0
tot f 840,– per jaar. Met een belastbaar inkomen van f 49 000,–
tot f 70 085,–, afhankelijk van de schoolsoort en het uit-
of thuiswonend zijn, wordt het maximale inkomenseffect van jaarlijks f 1128,–
voor een ho-studerende en f 1262,– voor een mbo-studerende bereikt.
Naarmate het inkomen hoger wordt, neemt het inkomenseffect af tot f 0
bij een totaal belastbaar inkomen variërend van f 61 924,–
tot f 74 938,– (afhankelijk van de schoolsoort, het uit- of
thuiswonend zijn en de soort ziektekostenverzekering).»
– In hoofdstuk 4 ontbrak de laatste alinea.
– Hoofdstuk 6 was aangeduid als hoofdstuk 7. Hoofdstuk 6 luidde:
«6. SAMENHANG MET WETSVOORSTEL 25 163
Bij koninklijke boodschap van 11 december 1996 is bij de Tweede Kamer
ingediend het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de studiefinanciering
onder meer in verband met correctie op de berekening van de aanvullende beurs,
alsmede van onder meer de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met enkele
technische wijzigingen (kamerstukken II 1996/97, 25 163). In dat wetsvoorstel
wordt, naast de bestaande vrije voet van f 23 000,–, een nieuwe
vrije voet van f 30 000,– geïntroduceerd. Het bedrag
van die vrije voet zal in het kader van het voorliggende wetsvoorstel dienen
te worden verhoogd tot f 31 500,–. Deze wijziging zal worden
aangebracht zodra de Tweede Kamer wetsvoorstel 25 163 zal hebben aanvaard.»
– Hoofdstuk 7 was aangeduid als hoofdstuk 8.