25 319
Aanpassing van enkele rijkswetten aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet rijkswetten derde tranche Awb)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 juli 1997

Hoofdstuk 4 (Ministerie van Verkeer en Waterstaat) van het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel I (Schepenwet) wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel A, wordt de derde volzin van artikel 2bis, derde lid, vervangen door: Voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep worden in de Nederlandse Antillen en in Aruba met het weigeren van een vergunning gelijkgesteld het schriftelijk weigeren een vergunning te verlenen alsmede het niet tijdig verlenen van een vergunning. In de Nederlandse Antillen en in Aruba wordt een besluit omtrent het verlenen van een vergunning genomen binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

2. In onderdeel G, wordt de eerste volzin van artikel 17, eerste lid, vervangen door: In de Nederlandse Antillen en in Aruba wordt het besluit tot aanhouding schriftelijk genomen en gemotiveerd. Het besluit wordt bekendgemaakt aan de eigenaar en aan de kapitein.

3. In onderdeel I, wordt «artikel 52, eerste lid,» vervangen door: de artikelen 52, eerste en derde lid,.

B

In onderdeel B, van artikel IV (Rijkswet Vaarplicht) komt de derde volzin van artikel 6 te luiden: Voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep wordt in de Nederlandse Antillen en in Aruba met een beschikking gelijkgesteld de schriftelijke weigering om een beschikking te geven dan wel het niet tijdig geven van een beschikking. In de Nederlandse Antillen en in Aruba wordt een beschikking gegeven binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

Toelichting

Mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken licht ik het volgende toe op de aangebrachte wijzigingen.

A

– Onderdeel 1

De derde volzin van artikel 2bis, derde lid, is redactioneel verder afgestemd op artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

In de Nederlandse Antillen en in Aruba gelden nog geen algemene beslistermijnen voor besluiten van bestuursorganen. In de Nederlandse Antillen is een Landsverordening terzake in voorbereiding, in Aruba is een Landsverordening administratieve rechtspraak vastgesteld, doch deze is nog niet in werking getreden. Aangezien de Schepenwet ook niet in beslistermijnen voor dit geval voorziet, is het noodzakelijk het «niet tijdig nemen van een besluit» voor de Nederlandse Antillen en Aruba nader te duiden. Er is voor gekozen voor de termijn waarbinnen een besluit, bij gebreke van een bijzondere regeling daaromtrent bij of krachtens rijkswet of landsverordening, moet zijn genomen, te stellen op twaalf weken. Deze termijn is ontleend aan die in artikel 9, tweede lid, van de genoemde landsverordening van Aruba.

– Onderdeel 2

Bij de Aanpassingswet rijkswetten eerste tranche Awb (kamerstukken II 1992/93, 23 252 (R 1477), nrs. 2 en 3) is het begrip «beslissing» in artikel 17 van de Schepenwet, – conform de terminologie van artikel 1:3 Awb – vervangen door «besluit». Bij het onderhavige aanpassingswetsvoorstel is deze aanpassing abusievelijk ongedaan gemaakt. Een en ander wordt hierbij rechtgezet. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt de eerste volzin duidelijker te redigeren.

– Onderdeel 3

De voorgestelde aanpassing is een puur technische. Artikel 52, derde lid, ontbrak ten onrechte in de opsomming in dit wijzigingsartikel. Ook in dat lid moet het begrip «verklaring» worden vervangen door «vergunning».

B

Zie de toelichting bij A, onderdeel 1.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven