25 316 (R 1591)
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen betreffende Koninkrijksaangelegenheden die zijn uitgewerkt

nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 25 augustus 1997

De leden van de VVD-fractie memoreerden dat de wetsvoorstellen waarop de additionele artikelen betrekking hebben reeds in 1992 respectievelijk 1994 tot stand zijn gebracht. Zij vroegen zich af waarom niet eerder een wetsvoorstel strekkende tot het doen vervallen van de betreffende additionele artikelen is ingediend.

Wijzigingen in de voorstellen tot verandering in de Grondwet kunnen alleen worden aangebracht tijdens de behandeling van de eerste lezing in de Tweede Kamer. Bij de laatste grondwetswijzigingen was de laatste gelegenheid daartoe op 26 januari 19941. De tijdstippen waarop de uitvoeringswetgeving van de additionele artikelen in werking traden, lagen na het moment dat nog een wijziging kon worden aangebracht in het voorstel van wet tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen betreffende Koninkrijksaangelegenheden die zijn uitgewerkt. Het was dus niet meer mogelijk om bovenvermelde additionele artikelen te doen vervallen bij de grondwetswijziging van 1996.

Wij achten het niet aangewezen om de zware procedure tot grondwetswijziging te doorlopen uitsluitend om wijzigingen in de Grondwet als de onderhavige, die slechts strekken tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt, tot stand te brengen. Daarom hebben wij gewacht totdat ook andere voorstellen tot wijziging van de Grondwet konden worden ingediend.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

Handelingen II, 1993/94, TK 43, 26 januari 1994.

Naar boven