nr. 46
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DOK-VAN WEELE C.S.
TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER DE NRS. 31 EN 33
Ontvangen 5 februari 1999
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel P, wordt aan artikel 19 een lid toegevoegd, luidende:
4. Vrijstelling krachtens het eerste lid wordt niet verleend voor een
project dat wordt uitgevoerd in een gebied waarvoor
a. het bestemmingsplan niet tijdig overeenkomstig artikel 33, eerste lid,
is herzien of
b. geen vrijstelling overeenkomstig artikel 33, tweede lid, is verleend,
tenzij voor het gebied een voorbereidingsbesluit geldt of een ontwerp
voor een herziening ter inzage is gelegd.
II
Artikel I, onderdeel CC, komt te luiden:
CC
Artikel 33 komt te luiden:
Artikel 33
1. Een structuurplan en een bestemmingsplan worden, onverminderd het bepaalde
bij artikel 37, eerst en vierde lid, tenminste eenmaal in de tien jaren herzien.
2. Gedeputeerde staten kunnen op verzoek van de gemeenteraad voor ten
hoogste tien jaren vrijstelling verlenen van de verplichting, bedoeld in het
eerste lid.
3. Op de totstandkoming van de vrijstelling is artikel 23, eerste en tweede
lid, van overeenkomstige toepassing.
III
Het in artikel I, onderdeel SS-3, voorgestelde Hoofdstuk IXA wordt als
volgt gewijzigd.
A. In artikel 54, eerste lid, wordt, met vervanging van de punt achter
onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. een besluit tot vrijstelling als bedoeld in artikel 33, tweede lid.
B. In artikel 54, tweede lid wordt met verlettering van de onderdelen
h, i en j tot i, j en k ingevoegd een onderdeel h luidende:
h. een besluit van Gedeputeerde Staten omtrent vrijstelling als bedoeld
in artikel 33, tweede lid;
C. In artikel 56 wordt, met vernummering van het derde lid tot vierde
lid, ingevoegd een lid, luidende:
3. In afwijking van artikel 8.1 van de Algemene wet Bestuursrecht, kan
beroep als bedoeld in artikel 54, tweede lid, onder h, worden ingesteld:
a. voor zover het besluit strekt tot verlening van vrijstelling:
1. door degene die zich tijdig op grond van artikel 33, derde lid, tot
gedeputeerde staten heeft gewend of
2. door een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in
staat is geweest zich overeenkomstig artikel 23, tweede lid, tot gedeputeerde
staten te wenden;
b. voor zover het besluit strekt tot weigering van vrijstelling, door
een ieder.
Toelichting
Met dit amendement wordt de functie van het bestemmingsplan als belangrijk
besluitvormingskader voor zorgvuldige ruimtelijke afweging erkend. Tevens
wordt hiermee duidelijk tot uitdrukking gebracht dat tijdig actualiseren van
bestemmingsplannen noodzakelijk is. Toepassing van de zelfstandige projectprocedure
(vrijstelling via artikel 19, eerste lid) is mogelijk wanneer is voldaan aan
de verplichting het bestemmingsplan tijdig te herzien. Wanneer de gemeenteraad
herziening na tien jaar niet noodzakelijk acht en meent dat het bestemmingsplan
nog voldoet aan de daaraan gestelde eisen, dient de raad het plan actueel
te verklaren. Hiertoe verzoekt de gemeenteraad Gedeputeerde Staten om vrijstelling
van de verplichting het bestemmingsplan te herzien. Omdat in dat geval sprake
is van het opnieuw vaststellen van een bestaand plan kan worden volstaan met
de procedure zoals gesteld in artikel 23, eerste en tweede lid (korte procedure
en tegelijkertijd goede rechtsbescherming). Voorts kan toepassing van artikel
19 plaatsvinden indien de gemeente reeds gestart is met een herziening, en
daarmee voldoet aan de verplichting in artikel 33, eerste lid.
Van Dok-van Weele
Ravestein
Van Wijmen