25 311
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

nr. 45
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN WIJMEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 34

Ontvangen 5 februari 1999

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel P, worden in artikel 19, eerste lid, na de eerste volzin twee volzinnen ingevoegd, luidende: Onder een goede ruimtelijke onderbouwing wordt bij voorkeur een gemeentelijk of intergemeentelijk structuurplan verstaan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld, wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, dan wel wordt er gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd een steviger fundament te geven aan de vereiste «goede ruimtelijke onderbouwing». Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar situaties waarbij er wel of niet voor het betreffende gebied een gemeentelijk of intergemeentelijk structuurplan van toepassing is. Hierdoor is er geen sprake van een nieuwe planverplichting voor gemeenten. Indien zowel een structuurplan als geldig bestemmingsplan ontbreekt, dient er sprake te zijn van een deugdelijke motivering.

Van Wijmen

Naar boven