25 311
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

nr. 29
AMENDEMENT VAN HET LID VAN GENT

Ontvangen 26 januari 1999

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt onderdeel C vervangen door:

C

Artikel 2b wordt als volgt gewijzigd.

1. In het eerste lid wordt «Een plan als bedoeld in artikel 2a, negende lid» vervangen door: Een planologische kernbeslissing.

2. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

4. Voor zover de herziening of intrekking een concrete beleidsbeslissing betreft is het derde lid niet van toepassing.

3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «zesde tot en met tiende lid» vervangen door: zesde tot en met negende lid.

Toelichting

De tweede nota van wijziging beoogt de betrokkenheid van de Kamer bij een ongewijzigde verlenging van PKB's, indien deze geen concrete beleidsbeslissingen bevatten, te beperken.

Echter:

1. De beoordeling van de vraag of een PKB een concrete beleidsbeslissing bevat, is zowel voor de Kamer als voor de rechter erg arbitrair.

2. Bij de behandeling van het wetsvoorstel 'Rechtskracht PKB's' heeft de minister maatregelen aangekondigd om het verlopen van de rechtskracht te voorkomen. Deze maatregelen zijn een interne zaak van het ministerie; beperking van de betrokkenheid van de Kamer is hierbij geen oplossing.

3. Het in de toelichting van de tweede nota van wijziging genoemde argument dat «voornemens over herziening, intrekking of verlenging een jaar van te voren niet bekend zijn» strookt niet met een te verwachten continuïteit in het ruimtelijke rijksbeleid.

Het voorstel dient om deze redenen te worden verworpen en wordt vervangen door het oorspronkelijke wijzigingsvoorstel.

Van Gent

Naar boven