nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 15 augustus 1997
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële
regeling kan ieder jaar een subsidieplafond worden vastgesteld voor de verschillende
activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt, alsmede de wijze van
verdeling daarvan.
B
Artikel 12 komt te luiden:
Artikel 12
Deze wet wordt aangehaald als: Wet overige BiZa-subsidies
C
Na artikel 9 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, dat luidt:
HOOFDSTUK 3A. WIJZIGING VAN DE WET OVERLEG MINDERHEDENBELEID
Artikel 6 van de Wet overleg minderhedenbeleid wordt gewijzigd als volgt:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot:
a. de aanvraag van de subsidie;
b. de verlening en de vaststelling van de subsidie;
c. de verplichtingen van de subsidieontvanger en
d. het toezicht op de naleving van de verplichting- en van de subsidieontvanger.
2. Het vierde lid vervalt.
Toelichting
A
Artikel 8, eerste lid, is technisch aangepast, zoals in de nota naar aanleiding
van het verslag reeds is aangegeven.
B
De aanleiding om een nieuwe citeertitel te introduceren is in de nota
naar aanleiding van het verslag al toegelicht.
C
De Wet overleg minderhedenbeleid biedt de wettelijke basis voor het verstrekken
van subsidie aan de samenwerkingsverbanden van minderhedenorganisaties. De
aanpassing van artikel 6 is een technische aanpassing aan de subsidietitel
van de Awb. Het voorgestelde derde lid komt in sterke mate overeen met het
huidige vierde lid. Alleen de algemene bevoegdheid tot het stellen van nadere
regels in het huidige derde lid is niet meer nodig, omdat daarin voorzien
wordt door de algemene subsidietitel van de Awb. Aangezien het hier gaat om
per boekjaar verstrekte subsidies, ligt het in de rede om in de nadere regelgeving
op basis van het derde lid afdeling 4.2.8 Awb van toepassing te verklaren.
Daarmee gaan de betreffende dwingende bepalingen in deze afdeling van de Awb
met betrekking tot de aanvraag, de eisen die aan de aanvraag worden gesteld,
de subsidieverlening en -vaststelling, het activiteitenverslag, de begroting
en de financiële verantwoording gelden. Daarnaast biedt afdeling 4.2.8
nog een aantal keuzemogelijkheden. Mede met het oog op het van toepassing
verklaren van afdeling 4.2.8 en de te maken keuzes in die afdeling wordt in
het derde lid aangegeven dat nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking
tot de subsidieaanvraag, de -verlening, de -vaststelling, de verplichtingen
van de subsidieontvanger en het toezicht.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
J. Kohnstamm