nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 3 september 1997
Aan artikel I wordt een nieuw onderdeel J toegevoegd, luidende
J
In de artikelen 28, eerste lid, 31, 39, tweede lid, 41, eerste lid, eerste
volzin, wordt telkens «en het beleidsplan»vervangen door: , het
beleidsplan en het jaarverslag.
Toelichting
In de nota De Politiewet 1993; een eerste beoordeling (Kamerstukken II
1996/97, 25 195, nr. 1), hierna: de nota, heeft het kabinet naar aanleiding
van een eerste beschouwing van de Politiewet 1993 een aantal voorstellen tot
verbetering en wetswijzigingen gedaan. Uit het notaoverleg tussen de vaste
commissies voor Binnenlandse Zaken en voor Justitie en de Ministers van Justitie
en van Binnenlandse Zaken op 9 juni j.l. (Kamerstukken II 1996/97, 25 195,
nr. 5) bleek dat er geen brede steun bestond voor de belangrijkste voorstellen
van het kabinet die tot wetswijziging hadden moeten leiden. Gedoeld wordt
op de voorstellen tot goedkeuring van de regionale beleidsplannen en het zgn.
verantwoordingsoverleg tussen Minister van Binnenlandse Zaken en de korpsbeheerder.
Mede naar aanleiding van het notaoverleg wordt afgezien van deze voorstellen
en de daarmee samenhangende wetswijziging. Na het notaoverleg zijn de overige
voorstellen uit de nota op onderdelen aangepast. De bijgestelde voorstellen
kunnen op basis van de huidige wetgeving, door regeling bij algemene maatregel
van bestuur of ministeriële regeling, worden gerealiseerd. Een brief
met de aangepaste voorstellen uit de nota De Politiewet 1993; een eerste beoordeling
wordt de Tweede Kamer separaat toegezonden.
Op het bovenstaande bestaat één uitzondering. In de nota
werd eveneens voorgesteld het jaarverslag van de regio en het Korps landelijke
politiediensten een wettelijke grondslag te geven. Bij de totstandkoming van
de Politiewet 1993 is in de opsomming van de stukken in de artikelen 28, 31,
39 en 41 van de Politiewet 1993 het jaarverslag niet meegenomen. Dit betekent
overigens niet dat regio's geen jaarverslag maken. Het jaarverslag
kan een functie vervullen bij een kwalitatief betere aansturing en bedrijfsvoering
in de regio en het Korps landelijke politiediensten, alsmede in het kader
van de informatievoorziening naar onder meer het bevoegd gezag, de gemeenteraden
en Staten-Generaal. Nu het voornemen bestaat het afstemmingsoverleg Rijk–regio
te verdiepen, kan het jaarverslag ook daar een functie vervullen.
Gelet op het belang van het jaarverslag achten wij een regeling van de
wettelijke grondslag ervan van belang. De wijzigingen in deze nota van wijziging
strekken daartoe. Deze wijziging past in de lijn van de wijzigingsvoorstellen
in artikel I onderdelen A tot en met C, E, F en H, en de artikelen II, III,
IV en VI, waarin, kort gezegd, enkele onvolkomenheden en verzuimen van de
Politiewet 1993 en de Invoeringswet Politiewet 1993 ongedaan worden gemaakt.
Om wetseconomische redenen wordt ervoor gekozen de wettelijke grondslag voor
het jaarverslag te regelen in een nota van wijziging bij onderhavige wetsvoorstel
en niet in een apart wetsvoorstel. Daarbij heeft meegespeeld dat tijdens het
notaoverleg geen bezwaar bleek te bestaan tegen een regeling van de wettelijke
grondslag van het jaarverslag van de regio en het Korps landelijke politiediensten.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal