Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2021
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit, houdende tijdelijke bepalingen ter uitvoering
van de Europese verordening over certificaten met betrekking tot covid-19 (Tijdelijk
besluit DCC). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota
van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel 6ba, derde lid, van de Wet publieke gezondheid) en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering
van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan een week nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
Het besluit dient 1 oktober 2021 in werking te treden. Op die datum vervalt de Tijdelijke
spoedregeling DCC. Dit vloeit voort uit artikel 6ba, vierde lid, van de Wet publieke
gezondheid. In verband hiermee zal de voordracht op 17 september 2021 plaatsvinden.
Daardoor valt, in afwijking van aanwijzing 2.38, eerste lid, van de Aanwijzingen voor
de regelgeving, minder dan drievierde deel van de voorhangtermijn buiten het reces
van uw Kamer.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge