Ter Griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
8 december 2020.
De wens dat de ministeriële regeling bij wet wordt geregeld kan door of namens een
van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel door
ten minste dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op
5 februari 2021.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2021
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ter uitvoering van artikel 58c, derde
lid, van de Wet publieke gezondheid, de navolgende regeling aan:
-
– Regeling van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en
Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 januari 2021, tot
wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband met het opnemen
van een alternatief voor de testverplichting voor luchtvaartuigbemanningen
Voor de precieze inhoud wordt verwezen naar de bijgevoegde ministeriële regeling en
de toelichting daarbij1.
De overlegging geschiedt in het kader van de spoedprocedure (artikel 58c, derde lid,
van de Wet publieke gezondheid). De procedure van artikel 58c, tweede lid, Wpg zou
tot gevolg hebben dat de wijziging op haar vroegst op woensdag 3 februari 2021 in
werking zou kunnen treden. Aangezien het geboden alternatief in deze regeling tot
doel heeft een influx van de nieuwe varianten van het virus te voorkomen op een wijze
die voor de luchtvaart uitvoerbaar is, wordt toepassing gegeven aan de spoedprocedure
van artikel 58c, derde lid, Wpg.
Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge