25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 68 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2019

Vanaf maart zijn acht bof-patiënten gemeld onder studenten uit Utrecht. De meeste patiënten zijn gevaccineerd. Aangezien volledig gevaccineerde mensen beter beschermd zijn tegen complicaties van bof, adviseert de GGD aan studenten en medewerkers die niet of niet volledig zijn gevaccineerd, om zich alsnog te laten vaccineren. De GGD heeft daarnaast huisartsen geïnformeerd attent te zijn op ziektegevallen en een persbericht uit doen gaan om de doelgroep studenten goed te informeren.

Infectieziektebestrijding

Mensen krijgen regelmatig infectieziekten. Infectieziekten worden verspreid door pathogenen, zoals virussen, bacteriën en schimmels. Door goed beleid, bijvoorbeeld door de inzet van vaccinatie, kunnen we ziektelast van infectieziekten verminderen, maar we kunnen niet helemaal voorkomen dat mensen af en toe ziek worden en dat er af en toe een uitbraak is van een bepaalde ziekte.

In de Wet publieke gezondheid hebben we geregeld dat gemeenten een gezondheidsdienst moeten instellen die de bestrijding van infectieziekten coördineert. Ik ben heel tevreden over de rol die de GGD’en vervullen bij de bestrijding van uitbraken, zoals recent mazelen in Den Haag en nu de bof in Utrecht. De GGD’en zijn goed voorbereid op hun taak en krijgen waar nodig ondersteuning van het Centrum infectieziektebestrijding van het RIVM.

De bof

Bof is een infectieziekte veroorzaakt door het bofvirus. De ziekte begint vaak met griepachtige verschijnselen, na een paar dagen gevolgd door een ontsteking van de speekselklieren, die een kenmerkende zwelling van de wang of hals kan geven. De meeste ziektegevallen zijn na een week weer volledig hersteld. In enkele gevallen kunnen complicaties optreden zoals gehoorschade of een teelbalontsteking.

Voorkomen

Na invoering van vaccinatie in 1987 kwam de bof nog weinig voor. Wel was er een epidemie in 2007–2009, voornamelijk onder niet-gevaccineerde orthodox-protestante schoolkinderen. In de periode 2010–2013 waren er verschillende uitbraken, voornamelijk onder gevaccineerde studenten, met jaarlijks gemiddeld 450 bof-meldingen. De afgelopen 5 jaar (2014–2018) was het aantal meldingen veel lager, iets meer dan 60 per jaar. In 2019 zijn er tot nu toe 30 bofmeldingen. Dit is meer dan in dezelfde periode in de voorgaande 5 jaar.

Vaccinatie

Vóór de invoering van bofvaccinatie in Nederland in 1987, maakte ongeveer 85% van de mensen op kinderleeftijd de bof door. De bof was dan ook de meest voorkomende oorzaak van door een virus veroorzaakte hersenvliesontsteking. Ook doofheid door de bof kwam veelvuldig voor.

Vaccinatie tegen de bof wordt in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) aangeboden aan kinderen van 14 maanden en negen jaar. Het bofvaccin zit in een combinatievaccin (de BMR: bof, mazelen, rodehond). Vaccinatie geeft geen volledige bescherming tegen een infectie met het bofvirus. Met name bij studenten komt de bof geregeld voor. Redenen hiervoor zijn waarschijnlijk de intensieve contacten die studenten onderling hebben gecombineerd met de afnemende werking van het vaccin over de tijd. Als gevaccineerde personen de bof krijgen hebben zij minder kans op complicaties en minder kans op een ernstig ziektebeloop dan ongevaccineerde personen die de bof krijgen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven