Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 oktober 2020
Met deze brief bied ik uw Kamer het advies van de Gezondheidsraad aan, getiteld «BCG-vaccinatie
en COVID-19»1.
Op 4 juni jl. heb ik de Gezondheidsraad gevraagd een advies uit te brengen over BCG-vaccinatie
bij COVID-19. De aanleiding hiervoor is een studie van het Radboudumc en UMC Utrecht
waarin wordt onderzocht of het tuberculosevaccin (BCG-vaccin) zorgmedewerkers en ouderen
beschermt tegen een ernstige infectie met het coronavirus. Mogelijk draagt BCG-vaccinatie
bij aan een milder verloop van de ziekte COVID-19. Ik heb u eerder over dit onderzoek
geïnformeerd in mijn brief van 24 juni jl.2
Advies BCG-vaccinatie bij COVID-19
De Gezondheidsraad adviseert de uitkomsten van lopende onderzoeken af te wachten.
Op basis van de huidige stand van de wetenschap zijn volgens de Gezondheidsraad nog
niet voldoende gegevens beschikbaar om te kunnen beoordelen of BCG-vaccinatie structureel
tegen COVID-19 ingezet moet worden. De afgelopen tijd zijn diverse onderzoeken gestart
naar de werkzaamheid van BCG-vaccinatie bij COVID-19. Deze worden uitgevoerd bij zorgpersoneel,
bij ouderen en bij mensen met onderliggende aandoeningen. Naar verwachting zullen
in 2021 de eerste resultaten hiervan beschikbaar zijn. De Gezondheidsraad verwacht
dat deze onderzoeken belangrijke inzichten zullen opleveren. De raad heeft aangegeven
deze onderzoeken nauwlettend te volgen en na het beschikbaar komen van voldoende wetenschappelijke
gegevens de situatie opnieuw te beoordelen. Dan zal de raad opnieuw een advies aan
mij uitbrengen.
Inzet op aanvullend onderzoek en snelle resultaten
Vooralsnog zijn er geen afwijzende signalen over de werking van BCG-vaccinatie bij
COVID-19 bekend. We blijven daarom de opties verkennen voor BCG-vaccinatie in de strijd
tegen het coronavirus. Het advies van de Gezondheidsraad maakt nog eens extra duidelijk
dat onderzoek naar BCG-vaccinatie bij COVID-19 hard nodig is. Via ZonMw steun ik daarom
een aanvullende studie naar BCG-vaccinatie bij kwetsbare ouderen, en ik kijk met grote
belangstelling uit naar de eerste resultaten. Dit onderzoek, de zogenaamde BCG-PRIME-studie,
is opgezet door het UMC Utrecht met steun van het Ministerie van VWS. Het gaat om
een vervolgstudie op basis van eerdere resultaten over de beschermende werking van
het BCG-vaccin onder ouderen. Aan het onderzoek doen 22 ziekenhuizen in Nederland
mee, waaronder de 7 academische ziekenhuizen en de 7 topklinische ziekenhuizen verenigd
in Santeon. Vanwege het grote belang is het onderzoek als urgent traject opgenomen
in de ZonMw onderzoeksprogrammering voor COVID-19. De reeds eerder aangekochte voorraad
BCG-vaccins heb ik voor deze studie beschikbaar gesteld. Vanzelfsprekend is hierbij
rekening gehouden met voldoende beschikbaarheid voor landen die BCG-vaccinatie inzetten
bij het voorkomen van tuberculose bij kinderen.
Vervolg
Ik heb de Gezondheidsraad gevraagd om goed zicht te houden op de lopende onderzoeken
naar de werking van BCG-vaccinatie bij COVID-19 in Nederland en mij bij nieuwe resultaten
en inzichten snel op de hoogte te stellen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge