Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2020
Aanleiding
Op verzoek van uw Kamer ontvangt u bij deze een brief met een appreciatie op de motie
met Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 216 die is ingediend bij het VAO Onderwijs en corona (primair en voortgezet onderwijs)
(Handelingen II 2019/20, nr. 100, VAO Onderwijs en corona (primair en voortgezet onderwijs)).
Minister Slob heeft deze doorgeleid. Inzake dit verzoek treft u bijgaand mijn reactie,
mede namens de Staatssecretaris van SZW.
Appreciatie motie
In mijn brief van 11 september jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 537) heb ik aangegeven waarom zorgmedewerkers en leraren in het (basis- en speciaal)
primair en voortgezet onderwijs tijdelijk voorrang krijgen bij het testen. Zorgmedewerkers
zijn essentieel voor het bestrijden en onder controle houden van corona en voor de
continuïteit van zorg. Bovendien werken deze professionals met kwetsbare mensen. Voor
het onderwijs geldt dat het een grote maatschappelijke impact heeft als leerlingen
niet naar school kunnen, terwijl alle kinderen verplicht zijn om onderwijs te volgen
(leerplicht). Daarnaast heeft het naar huis sturen van klassen niet alleen gevolgen
voor de ontwikkeling van de leerlingen in de leerplichtige leeftijd, maar ook voor
de ouders die daardoor niet naar hun werk kunnen. Hoewel dit laatste ook geldt voor
kinderen die naar de kinderopvang gaan, is ervoor gekozen om de pedagogisch medewerkers
niet toe te voegen aan het testbeleid. Dat heeft te maken met het niet-verplichte
karakter van de kinderopvang, ten opzichte van de leerplicht van de leerlingen in
het onderwijs en de grotere groepsgrootte van het onderwijs ten opzichte van de kinderopvang,
waardoor bij uitval van personeel meer kinderen naar huis worden gestuurd.
Ik begrijp de wens van een deel van uw Kamer om de sector kinderopvang ook voorrang
te verlenen bij het laten testen op het coronavirus. Het kabinet kiest daar op dit
moment echter niet voor. Het vergt al veel van de GGD’en om de voorrangsregeling voor
zorgmedewerkers en leraren eind deze week in te voeren. Het toevoegen van meer doelgroepen
is op korte termijn (organisatorisch) niet haalbaar.
Overigens is de voorrangsregeling een tijdelijke maatregel die slechts enkele weken
van kracht zal zijn. Verwacht wordt dat binnen enkele weken voldaan kan worden aan
de testvraag door de verruimde levering van testmaterialen en opschaling van laboratoria.
Hiermee zetten wij erop in dat begin oktober iedereen met klachten weer snel getest
kan worden. Dit is tevens een logisch moment om te bezien of er nog testen met voorrang
nodig is en voor wie.
Op basis van deze overwegingen ontraad ik deze motie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge