De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat we het coronavirus alleen onder controle krijgen als alle geledingen
van de maatschappij hierop samenwerken en op hun eigen terrein verantwoordelijkheid
nemen;
constaterende dat het reisadvies van Buitenlandse Zaken om geen niet-noodzakelijke
reizen, zoals vakantiereizen, naar oranje gebied te ondernemen, niet door iedereen
wordt opgevolgd;
constaterende dat een aantal bedrijven in de reisbranche, reizen en vakanties naar
oranje gebieden blijft aanbieden, er ook reclame voor maakt en deze vakanties met
aantrekkelijke kortingen promoot, wat leidt tot meer niet-noodzakelijke reizen naar
oranje gebied;
overwegende dat hiermee het beleid om reizigers deze gebieden te laten mijden, actief
wordt ondermijnd, en dat dit kan leiden tot meer besmettingen in Nederland en daarmee
de noodzaak ontstaat tot meer ingrijpende maatregelen met een grote maatschappelijke
impact;
verzoekt de regering, om binnen twee weken met een stevig plan van aanpak te komen,
waarin samen met de reis- en luchtvaartbranches afspraken worden gemaakt over het
niet meer promoten van vakantiereizen naar deze gebieden en over het verbeteren van
de voorlichting aan reizigers, bijvoorbeeld door pop-upschermen en door nog een heleboel
andere dingen;
verzoekt de regering tevens, om parallel hieraan te onderzoeken welke juridische middelen
in stelling kunnen worden gebracht om dit af te dwingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kröger
Laçin
Gijs van Dijk
Van Brenk