De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat in de huidige crisissituatie geen enkele twijfel mag bestaan over het
gezaghebbend kunnen optreden van voorzitters van veiligheidsregio's, gegeven hun essentiële
rol in de landelijke crisisstructuur inzake de bestrijding van het coronavirus;
overwegende dat op tweede pinksterdag op basis van een uitzonderlijk snelle procedure,
met onjuiste inschattingen, onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland, een situatie is ontstaan waarbij de anderhalvemetermaatregel
ernstig met voeten is getreden zonder dat daartegen handhavend is opgetreden, waardoor
een onaanvaardbaar risico op gezondheidsschade is opgetreden;
overwegende dat de Raad van State oordeelde dat de gekozen crisisstructuur een mengvorm
is van een in beginsel regionaal stelsel, met een sterk centrale aansturing, waardoor
een bijzondere rol is weggelegd voor de controlerende rol van het parlement;
verzoekt de regering, naast het debat in de Amsterdamse gemeenteraad, in overleg te
treden met de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland om na hoor en wederhoor vast te
stellen welke maatregelen genomen moeten worden om herhaling te voorkomen, en tevens
te bezien of het gewenst is om te komen tot een andere voorzitter van deze veiligheidsregio,
en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij