Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2020
Op 26 mei jl. heeft uw Kamer de motie van het lid Azarkan c.s. (Kamerstuk 25 295, nr. 366) aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 74, stemmingen). Met de motie wordt de regering
verzocht te bewerkstelligen dat strafbeschikkingen wegens overtreding van de coronamaatregelen
niet in de justitiële documentatie worden opgenomen. Dit met het oog op de mogelijke
gevolgen van een dergelijke aantekening voor het verkrijgen van een Verklaring Omtrent
het Gedrag (VOG). Met deze brief informeert het kabinet uw Kamer over de opvolging
van de motie.
Alvorens in te gaan op de motie hechten wij eraan het volgende naar voren te brengen.
In het licht van de bestrijding van het coronavirus is een aantal maatregelen getroffen.
Er is bewust gekozen voor een systeem waarbij overtreding van die maatregelen kan
worden gesanctioneerd. Daarbij is onder meer aangesloten bij het boetetarief dat geldt
voor verstoring van de openbare orde door samenscholing. Het gaat om gedragingen die
het risico op besmetting met het uiterst besmettelijke coronavirus verhogen, hetgeen
niet getolereerd kan worden. Het is en blijft van belang dat mensen zich hieraan houden.
Gepaste handhaving van de coronamaatregelen – met het opleggen van een substantiële
boete als ultimum remedium – blijft dus nodig.
Tegelijkertijd zijn wij ons ervan bewust dat de maatregelen in een kort tijdsbestek
zijn getroffen en dat de Nederlandse bevolking hieraan heeft moeten wennen. Dit maakt
ook dat wij vinden dat een enkele overtreding van de maatregelen geen belemmering
mag gaan vormen op de arbeidsmarkt. De motie is aanleiding om dit expliciet neer te
leggen in het door de Dienst Justis gehanteerde beleid.
Voor wat betreft de registratie van genoemde overtredingen merken wij graag nog het
volgende op. In regelgeving is vastgelegd dat alle overtredingen met een boete van
minimaal 100 euro worden opgenomen in de justitiële documentatie. Het kabinet heeft
voor het overtreden van de coronamaatregelen geen uitzondering willen maken, omdat
een uitzonderingspositie niet past in de doelstelling en systematiek van de huidige
regelgeving. Dit zou leiden tot ongelijkheid ten aanzien van andere overtredingen
en daarmee overtreders. Voor een goede strafrechtspleging is het bovendien van belang
dat er – zeker in geval van recidive – een zo compleet mogelijke registratie is van
de strafrechtelijke antecedenten. Een recidivist is immers «hardleers» en een tweede,
derde etc. delict vergt een andere (stevigere) aanpak om te voorkomen dat iemand opnieuw
in de fout gaat. Het is dan wel nodig dit strafrechtelijke verleden zichtbaar te houden
in de justitiële documentatie.
De motie beoogt te voorkomen dat strafbare feiten wegens een schending van de maatregelen
inzake COVID-19 in het Justitieel Documentatiesysteem (JDS) worden bijgeschreven.
Dit om – kort gezegd – te voorkomen dat de kansen op de arbeidsmarkt (negatief) worden
beïnvloed. Het beste wat mensen kunnen doen om te voorkomen dat een sanctie wordt
opgelegd, is zich houden aan de maatregelen en netjes afstand te houden. Maar in gevallen
waarin dat onverhoopt niet is gebeurd zal één enkele coronaboete in de regel geen
negatieve gevolgen hebben voor iemands perspectieven op de arbeidsmarkt. Graag lichten
wij dat hieronder toe.
Bij de aanvraag van een VOG kijkt de Dienst Justis of ten aanzien van de aanvrager
voor de functie relevante antecedenten geregistreerd staan in diens JD. In de justitiële
documentatie worden geen overtredingen geregistreerd wanneer de opgelegde geldboete
minder dan 100 euro bedraagt. Coronaboetes opgelegd aan minderjarigen bedragen 95
euro en worden dus niet meegewogen in de VOG-screening. Gelet op de in het begin van
deze brief genoemde bijzondere omstandigheden waarin de maatregelen zijn getroffen
zal bij de VOG-screening één enkele opgelegde coronaboete wegens verstoring van de
openbare orde door samenscholing evenmin reden zijn om de VOG te weigeren. Zoals gezegd
wordt dit expliciet in het beleid van de Dienst Justis neergelegd.
Wij realiseren ons dat er veel onduidelijkheid bestaat over de gevolgen van coronaboetes.
Wij zullen de komende tijd daarom ook inzetten op communicatie over de gevolgen van
deze boetes voor het krijgen van een VOG. Nogmaals benadrukt het Kabinet het belang
van een goede naleving van maatregelen inzake COVID-19. Alleen samen kunnen wij het
coronavirus onder controle krijgen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker