25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2015

In januari 2013 (Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 1098) heb ik u naar aanleiding van vragen van het lid van Gerven van de SP bericht over mijn besluit om, op dat moment vooruitlopend op de oprichting van de Stiching Q-support, een gericht onderzoek naar niet ontdekte chronische Q-koorts te financieren. Dit onderzoek is gestart in 2014, na goedkeuring door de Medisch Ethische Toetsingscommissie, en uitgevoerd door de GGD Hart voor Brabant in samenwerking met het Radboud universitair medisch centrum, Innatoss Laboratories, het Jeroen Bosch Ziekenhuis, Q-uestion en het RIVM. Vorig jaar heb ik u (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 2348), in antwoord op Kamervragen van de leden Van Dekken en Wolbert, naar aanleiding van de eerste resultaten gemeld dat ik het eindresultaat van het onderzoek af wilde wachten alvorens een besluit te nemen over een eventueel breder bevolkingsonderzoek.

Inmiddels is duidelijk geworden dat op basis van de gegevens uit dit onderzoek nog meer wetenschappelijke publicaties zijn te verwachten waardoor een definitief eindresultaat, dat vooral voor testontwikkeling en dergelijke interessant is, nog op zich zal laten wachten. Omdat de GGD Hart van Brabant de deelnemers aan het onderzoek over de resultaten zal informeren, wil ik dit moment ook aangrijpen om u op de hoogte te stellen. Bijgaand treft u daarom het onderzoeksrapport voor de deelnemers in de bijlage aan1.

Op basis van de resultaten van het onderzoek heeft de GGD samen met de onderzoekspartners het volgende geadviseerd:

«Bijna 34% van deelnemers aan deze studie had aantoonbare antistoffen (IFA positief) tegen de bacterie C. burnetii in het bloed. Zij maakten in het verleden een infectie door. Bij screenen van ruim 1.500 personen in dit hoog incidentie gebied zeven jaar na de uitbraak spoorden wij één nieuwe patiënt op met chronische Q-koorts, die nu behandeling krijgt. Dit suggereert dat screenen van de algemene bevolking elders, in gebieden waar vermoedelijk sprake was van een lagere infectiedruk, waarschijnlijk weinig oplevert.»

Naar aanleiding van dit advies heb ik besloten geen breder bevolkingsonderzoek naar chronische Q-koorts uit te laten voeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven