Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2024
In de procedurevergadering van 25 september 2024 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport verzocht om een reactie op het rapport van de Vrije Universiteit
Amsterdam m.b.t. oversterfte en COVID-19 vaccins. Met deze brief voldoe ik aan dit
verzoek.
Allereerst wil ik, net als mijn ambtsvoorgangers, benadrukken dat ik het belangrijk
vind dat onderzoek wordt gedaan naar de oorzaken van de oversterfte. Om die reden
heeft ZonMw in opdracht van het Ministerie van VWS een verdiepend onderzoekstraject
opgezet om mogelijke oorzaken van deze oversterfte in kaart te brengen en hebben mijn
ambtsvoorgangers zich actief ingezet om de benodigde data beschikbaar te maken voor
externe onderzoekers.
De hoofdauteurs van het rapport van de Vrije Universiteit Amsterdam, prof. dr. Ronald
Meester en dr. Marc Jacobs, hebben eerder een onderzoeksvoorstel ingediend bij ZonMw
in het kader van een subsidieoproep voor het uitgezette onderzoeksprogramma naar redenen
en oorzaken van oversterfte in de coronacrisis. Dit onderzoeksvoorstel kwam inhoudelijk
overeen met een gedeelte van het rapport dat nu is gepubliceerd. De aanvraag is door
ZonMw niet gehonoreerd, zoals de auteurs zelf ook noemen in de inleiding van hun onderzoek,
omdat er onder andere twijfels waren over de uitvoerbaarheid van het onderzoek in
de beschikbare tijd en de expertise van de onderzoekers. Daarom is het onderzoek met
behulp van crowdfunding tot stand gekomen.
De onderzoekers concluderen in hun studie onder meer dat er een mogelijke relatie
is tussen de oversterfte en COVID-19 vaccins. Voor het maken van het beleid omtrent
vaccinaties laat ik mij adviseren door, onder andere, de Gezondheidsraad. De raad
baseert zijn advies op de laatste wetenschappelijke inzichten die hij nauwlettend
in de gaten houdt. Bij dit advies worden ook de door het Lareb gemonitorde bijwerkingen
betrokken. De breed gedragen wetenschappelijke consensus is dat het vaccineren veilig
is en overlijdens heeft voorkomen. Een verdere inhoudelijke beoordeling van de resultaten
van Meester en Jacobs vind ik een zaak voor wetenschappers uit het veld. Ik vertrouw
erop dat de adviezen aan mij worden aangepast als blijkt dat dit nodig is.
Ten slotte, de auteurs besteden in hun onderzoek veel aandacht aan de in hun ogen
onbetrouwbare dataset die het onmogelijk zou maken om sluitende conclusies te kunnen
trekken. In de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Meijeren1, die ik op 1 oktober jl. naar uw Kamer heb gezonden, ben ik hier op ingegaan.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans