25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1972 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2022

Op 28 september 2022 heb ik de Afdeling Advisering van de Raad van State verzocht om voorlichting ten aanzien van het voornemen van het kabinet om een onverplichte tegemoetkoming aan een bepaalde groep zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten te verstrekken.1 Hierbij zend ik uw Kamer de voorlichting die de Raad van State mij daarover heeft doen toekomen. Eveneens is het gebruikelijk dat dergelijke voorlichting op de website van de Raad van State wordt gepubliceerd. Ik ben de Raad van State erkentelijk dat hij op deze korte termijn is gekomen tot deze voorlichting.

Ik voel de urgentie om de betreffende groep zorgmedewerkers duidelijkheid te geven over wat het kabinet voor hen kan doen, in aanvulling op het bestaande beleid ter ondersteuning van mensen met post-COVID klachten. Met inachtneming van de voorlichting van de Raad van State zal het kabinet beslissen hoe invulling wordt gegeven aan de aanpak van de problemen van de eerste golfgroep zorgmedewerkers (motie van de leden Paulusma en Bikker2). Ik informeer uw Kamer zo spoedig mogelijk per brief over dit besluit. De door uw Kamer bij brief van 12 juli jl. gevraagde beleidsreactie op het rapport (Maat)werk bij langdurige klachten na COVID» van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, zal onderdeel uitmaken van deze brief.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstuk 25 295, nr. 1943

X Noot
2

Kamerstuk 25 295, nr. 1908

Naar boven