25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1882 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2022

Op verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport treft u hierbij mijn reactie aan op de brief van Cura Twente. Deze brief bepleit om de regeling die een compensatie biedt voor doorlopende kosten die het gevolg zijn van het SARS-CoV-2 virus in 2022 voort te zetten.

Zoals mijn ambtsvoorganger in de brief aan uw Kamer van 10 december 20211 heeft aangegeven volg ik de financiële gevolgen van het verloop van de pandemie op de zorgsector nauwlettend en zal ik doen wat nodig is om de continuïteit van het zorglandschap te garanderen.

Omdat eind 2021 het inzicht was dat deze continuïteit niet langer in het geding was, heeft het kabinet de regelingen voor doorlopende kosten na 31 december 2021 niet verlengd. Daarbij heeft de Minister van VWS aangegeven dat hier een nieuwe afweging over zal worden gemaakt, indien het verloop van de pandemie vraagt om nadere maatregelen. Het is aan het zorgkantoor om hier in te treden als de continuïteit in het geding is. Zeker als het dagbesteding is die instellingen nodig hebben moeten zij samen een rol pakken.

Ik monitor of dit voldoende is. Op grond van de huidige ontwikkelingen is de bepleite voortzetting van de regeling voor compensatie van doorlopende kosten in de langdurige zorg op dit moment niet aan de orde.

Tot slot merk ik op dat het realistisch is dat er in 2022 nog steeds extra kosten gemaakt worden gemaakt ten gevolge van de COVID-19-pandemie. De regelingen om deze extra kosten te kunnen blijven vergoeden aan zorgaanbieders zijn daarom verlengd. Naar mijn oordeel is er hiermee sprake van een passend aanbod van financiële regelingen in het licht van het compenseren van (significante) meerkosten als gevolg van het SARS-CoV-2 virus.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstukken 25 295 en 29 689 en 33 628, nr. 1635.

Naar boven