25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1828 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2022

In veel regio’s in Nederland, zoals Zeeland, Limburg en Drenthe leven mensen als van nature deels «over de grens». Dat maakt de grensoverschrijdende samenwerking met Duitsland en België voor veel opgaven ook zo noodzakelijk en kansrijk. De afgelopen jaren is een goede samenwerking opgebouwd, met name met de Belgische deelstaten Vlaanderen en Wallonië en met het Duitse Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. De Covid-19 pandemie heeft eens te meer laten zien dat aandacht nodig is voor de eigen positie van de regio’s aan de grens in wet- en regelgeving en voor de aanpak van (grens)knelpunten, zoals ook de Bestuurlijke Werkgroep Grensbelemmeringen heeft laten zien. Hier kom ik binnenkort nog graag op terug met een brief over de inzet van dit kabinet voor regio’s aan de grens.

Met deze brief informeer ik u over de wijze waarop ik invulling geef aan de motie van de leden Amhaouch en Palland1. Met deze motie van 8 december 2021 wordt de regering verzocht kennis te nemen van de Coronaresolutie van de EUREGIO-Raad, hierover met grensregio’s en -gemeenten in gesprek te gaan en te verkennen hoe problemen als gevolg van verschillen in coronaregels zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen.

In september 2021 is, tijdens het Bestuurlijk Overleg voor de derde Grenslandconferentie, de Coronaverklaring « Een Europa zonder grenzen: ook in tijden van crisis» aangenomen2. Dit bestuurlijk overleg bestaat uit de commissarissen van de Koning van Overijssel, Gelderland en Limburg, de Regierungspresidenten van de bezirken Münster, Düsseldorf en Keulen, de Euregio’s op de grens van Noordrijn-Westfalen en Nederland, de Consul-Generaal in Düsseldorf, de adjunct-secretaris van de Benelux-unie, de Europaminister van Noordrijn-Westfalen en de Minister van Binnenlandse Zaken. Deze verklaring en de in de motie genoemde resolutie hebben dezelfde strekking, waarbij de Coronaverklaring wat meer in detail op de aanbevelingen ingaat. Op basis van de Coronaverklaring zijn al acties in gang gezet, waartoe ook de Coronaresolutie oproept. Om die reden zal ik de Coronaverklaring hanteren bij de verdere uitwerking van uw motie. In deze verklaring wordt onder meer onderkent dat de grensoverschrijdende samenwerking op onderdelen nog beter kan en dat hieraan gewerkt gaat worden tussen alle partijen. Voor het versterken van deze samenwerking wordt een aantal gezamenlijke uitgangspunten als essentieel aangemerkt, waaronder het open houden van de grens en het streven naar eenduidige regelingen voor noodzakelijk grensverkeer. Het doel is om het normale, dagelijkse euregionale grensverkeer zoveel mogelijk in stand te houden.

Na publicatie van de Coronaverklaring is deze breed onder de aandacht gebracht bij nationale instanties die een belangrijke rol spelen inzake crisisbeheersing. Zo werd de verklaring gedeeld met de Cross Border Taskforce Corona. In deze taskforce zijn naast Nederland ook de drie Duitse deelstaten langs de Nederlandse en Belgische grens en de Belgische gewestelijke en federale overheid vertegenwoordigd. De taskforce heeft zich in de coronacrisis bewezen als een uitstekend middel voor coördinatie met de buurlanden en zal ook in volgende fasen van belang blijven. Via de taskforce kunnen eventuele knelpunten veroorzaakt door verschillend nationaal COVID-beleid in een vroeg stadium worden gesignaleerd. Ook is de verklaring gedeeld en afgestemd met de verschillende Nederlandse en Noordrijn-Westfaalse ministeries en de Veiligheidsregio’s. Internationaal werd de verklaring gedeeld met de Benelux-Unie en met het directoraat-generaal Regionaal beleid en stedelijke ontwikkeling (DG REGIO) van de Europese Commissie.

In het licht van uw oproep om met grensregio’s en -gemeenten in gesprek te gaan en te verkennen hoe problemen als gevolg van verschillen in coronaregels zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen, wordt momenteel verkend of het Netwerk Nederlandse en NRW Niet politie gerelateerde crisisbeheersing (Netwerk N4) een rol kan spelen bij de versterking van het grensoverschrijdende crisismanagement in de regio. Dit Netwerk is in september 2021 opgericht en staat voor de borging en verdieping van de grensoverschrijdende samenwerking in crisisbeheersing tussen de verantwoordelijke partners uit NRW en de Nederlandse grensveiligheidsrisico’s. Met Grensinformatiepunten (GIP’s) en Euregio’s is gesproken over de ervaringen en verbeterpunten op het gebied van adequate informatievoorziening in de grensregio’s. Hier zijn lessen en ervaringen gedeeld.

De noodzaak om in een pandemische, of andere grensoverschrijdende crisissituatie oog te hebben voor onbedoelde effecten van maatregelen in de grensregio’s is ook interdepartementaal erkend. In diverse brieven aan uw Kamer wordt benoemd dat er oog is voor de grensregio’s. Harmonisatie van regels met de buurlanden is vaak niet mogelijk, in de Coronaresolutie en de Coronaverklaring wordt dit ook onderkend. Het invoeren van maatregelen ter bestrijding van COVID-19 betreft in eerste instantie een nationale aangelegenheid, elk land heeft een andere epidemiologische situatie, een andere druk op de zorg en ook weer andere buurlanden waar rekening mee gehouden moet worden. Het is goed te begrijpen dat deze verschillen door inwoners van de grensregio’s soms als ergerlijk worden ervaren. Tegelijkertijd zie ik ook een grote mate van flexibiliteit onder inwoners in het omgaan met deze verschillen.

Met de inzet van flankerend beleid kunnen ongewenste grenseffecten in belangrijke mate echter wel voorkomen worden. Een ad-hoc voorbeeld hiervan is de invoering van het grensvignet op het moment dat in België de grens dicht ging. Hiermee konden vitale processen die afhankelijk waren van grensverkeer toch worden gecontinueerd. Een ander voorbeeld, meer gericht op de langere termijn, is de inzet van het kabinet om negatieve gevolgen van thuiswerken voor de sociale zekerheids- en fiscale posities van grensarbeiders weg te nemen of te verminderen. In de Kamerbrief over de toekomstvisie op de effecten van thuiswerken voor grensarbeiders3 geeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan dat dit onderwerp nog volop in beweging is, maar dat hij, samen met de Staatssecretaris van Financiën, uw Kamer voor het zomerreces zal informeren over de voortgang van de gesprekken met buurlanden en binnen de EU over dit onderwerp. Verder zet het kabinet zich in Europees verband in voor versterking van de interne markt, in het bijzonder van de weerbaarheid van de interne markt4. Met als doel dat het vrije verkeer in tijden van crises zo veel mogelijk doorloopt.

Vanuit Nedersaksen wordt op dit moment onderzocht welk effect Corona heeft gehad op grensoverschrijdend samenwerken en samenleven. Hierbij wordt voortgebouwd op eerdere studies over dit onderwerp en daarbij specifiek gekeken naar het grensgebied Nederland-Nedersaksen. Uit deze eerdere studies kan geconcludeerd worden dat in de grensregio de open grenzen voor dagelijks euregionaal grensverkeer niet of nauwelijks effect lijkt te hebben op de verspreiding van het COVID-19 virus.5 Daarnaast is uit die onderzoeken gebleken dat duidelijke, eenvoudige en goed te vergelijken regels (zodat duidelijk is waar de regels van elkaar verschillen of overeenkomen) aan beide zijden van de grens ertoe bijdragen dat inwoners die regels beter begrijpen en zich er ook aan houden. De uitkomsten van deze onderzoeken vormen een mooie basis om op voort te bouwen.

Ten slotte wil ik graag opmerken dat op 31 maart 2022 de vierde Grenslandconferentie is gehouden. Tijdens deze Grenslandconferentie is onder meer aandacht besteed aan de stand van zaken van de opvolging van de aanbevelingen uit de gezamenlijke Coronaverklaring. Met relevante spelers in het veld is besproken wat de lessen zijn die zijn geleerd uit de Coronacrisis en wordt van daaruit gekeken naar mogelijkheden voor de langere termijn van crisis- en informatiemanagement en communicatie waar de hele grensregio van kan profiteren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstuk 35 420 nr. 444

X Noot
3

Kamerstuk 26 834 en 25 883, nr. 54

X Noot
4

COM (2021) 350, zie voor het BNC-fiche Kamerstuk 22 112, nr. 3134

X Noot
5

Studie EUPrevent – Covid in het grensgebied NL-NRW-BE, paragraaf 2.5 («Sluiten grenzen»), Studie EUPrevent – Covid in het grensgebied NL-NRW-BE | Rapport | Rijksoverheid.nl

Naar boven