25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1712 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 januari 2022

Na de eerste fase van de COVID-19 crisis (januari 2020-september 2020) heb ik Berenschot gevraagd om een balans op te maken voor wat betreft de inzet van de departementale crisisstructuur. Berenschot heeft deze evaluatie uitgevoerd om lering te trekken uit de inzet van de departementale crisisstructuur tijdens de coronacrisis en inzicht te krijgen in knelpunten, good practices en verbeterpunten voor de toekomst. Met deze brief bied ik u de evaluatie van Berenschot aan1. De periode na september 2020 is niet meegenomen in deze evaluatie.

In de evaluatie merkt Berenschot op dat de coronacrisis een groot beroep heeft gedaan op het Ministerie van VWS. Er is veel gevraagd van de medewerkers en van de crisisstructuur. De coronacrisis vroeg ook om groot aanpassingsvermogen en flexibiliteit. Dit vanwege de omvang, de aard en de duur van de crisis, evenals de beperkte ervaring met vergelijkbare situaties. Hierdoor zijn er «op een rijdende trein» nieuwe werkwijzen en instrumenten ontwikkeld en is een aangepaste, hybride structuur opgezet.

Tegelijkertijd zijn hierdoor bepaalde vooraf bedachte werkwijzen en structuren niet volledig ingezet en benut. Dit, terwijl deze het departement juist meer houvast hadden kunnen geven in onzekere tijden. Met het oog op de toekomst acht Berenschot het daarom zaak om een goede balans te vinden tussen hetgeen vooraf is bedacht, en dus houvast kan bieden, en hetgeen aanvullend nodig is om met een specifieke crisissituatie om te gaan.

Ik neem de beschouwing en de aanbevelingen van Berenschot ter harte. In de basis functioneert de departementale crisisstructuur goed, maar voor een crisis van dit formaat waren aanpassingen nodig. Berenschot trekt een aantal waardevolle lessen voor de toekomst. Ik zal opnieuw naar de departementale crisisstructuur te kijken en ondermeer deze lessen daarin meenemen. U zult daarover in een later stadium geïnformeerd worden. Daarbij zullen ook de uitkomsten van het aangekondigde rapport van de Onderzoekraad voor de Veiligheid (OVV) worden meegenomen, omdat deze naar verwachting voor een deel op dezelfde onderwerpen zullen reflecteren. De OVV heeft dan ook de beschikking gekregen over bijgaand rapport.

Een aantal aanbevelingen richt zich niet zozeer op de departementale crisisstructuur maar betreft meer beleidsmatige aanbevelingen (11, 13 en 14). Een reactie op deze aanbevelingen zal in beleidsbrieven over infectieziekten worden meegenomen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven