25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1664 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2021

In deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van IenW, over de laatste stand van zaken over de naleving, controle en handhaving van de coronamaatregelen met daarbij specifiek aandacht voor de controle van het coronatoegangsbewijs (CTB).

De naleving en controle van het CTB zijn essentieel in de beheersing van de coronapandemie. Vandaar ook de onophoudelijke inzet hierop. Het kabinet erkent dat er een grote uitdaging ligt voor zowel ondernemers als gemeenten om de controle op het CTB in goede banen te blijven leiden. Het is belangrijk gezamenlijk op te blijven trekken. Daarom is er de afgelopen tijd met de burgemeesters, de VNG, de politie, het OM en ondernemers gesproken over acties om de controle van het CTB te verbeteren. De uitkomst van deze gesprekken vindt u in deze brief.

In deze brief ga ik ook in op de gewijzigde motie van het lid Aukje de Vries c.s. (Kamerstuk 25 925, nr. 1619). In de motie verzoekt uw Kamer de regering samen met betrokken partijen te onderzoeken hoe naleving, controle en handhaving verbeterd kunnen worden door hindernissen weg te nemen, en de Kamer hierover uiterlijk medio december 2021 te informeren. Dit gaat niet alleen over de controle op de toegangsbewijzen, maar bijvoorbeeld ook over de handhaving van de mondkapjesplicht. Voor de naleving van het thuiswerkadvies verwijs ik naar de brief van VWS.

Laatste cijfers flitspeiling

Met deze brief informeer ik u graag over de uitkomst van de vierde peiling over de naleving en controle van het CTB. Deze peiling heeft plaatsgevonden op de dagen van 29 november tot en met 1 december. Uit de cijfers blijkt dat de naleving licht verbeterd is en dat er in minder gevallen helemaal niet gecontroleerd wordt. Ondanks deze lichte verbetering zijn we er nog niet. We moeten ons daarom blijven inzetten om de naleving en controle te verbeteren en op peil te houden.

Het aantal gerapporteerde locaties waar het CTB verplicht is en waar helemaal niet wordt gecontroleerd neemt af, van ongeveer 27% naar 24%. In bioscopen is dit zelfs maar in 11% van de gevallen het geval. In de andere 89% van de bezoeken vindt dus controle van het CTB plaats. Bij sportkantines is het aantal observaties waar er niet gecontroleerd werd afgenomen van 35% naar 26%.

Verder zien we dat in ongeveer drie op de tien gevallen (27%) de QR-code wordt gescand én het identiteitsbewijs wordt gecontroleerd. Dit is vergelijkbaar met de meting van 15–16 november (26%). In restaurants is het aantal controles met QR-code maar zonder ID-bewijs 74%, in cafés is dit 63% en in sportkantines is dit 58%.

In deze peiling is aanvullend de vraag opgenomen of er in plaats van de check op het identiteitsbewijs wel een controlevraag over de ID-gegevens gesteld is. Dit blijkt in ongeveer de helft van de gevallen gebeurd te zijn. Deze controlevraag bestaat dan bijvoorbeeld uit het vragen naar een geboortedatum (deels of volledig) of naam (deels of volledig).

Ten slotte geven meer mensen aan de meeste locaties met een CTB-plicht de afgelopen twee weken niet te hebben bezocht. Daarbij laat het onderzoek van de gedragsunit van het RIVM zien dat het naleven van de basisregels beter gaat. Het gehele onderzoek van het RIVM vindt u als bijlage bij de brief over de maatregelen die mijn collega van VWS verstuurt.

Afsprakenkader CTB

Het kabinet en het Veiligheidsberaad hebben bij de invoering van het CTB over de naleving, controle en handhaving met elkaar afspraken gemaakt. Deze gelden nog steeds en zijn zoals onderstaand beschreven.

Ondernemers worden geacht te toetsen of bezoekers een geldig CTB hebben, dat correspondeert met hun legitimatie. Het is van groot belang dat ondernemers de redelijkerwijs van hen te verwachten maximale inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat de gestelde maatregelen worden nageleefd door bezoekers. Daarbij blijven we ook een groot beroep doen op burgers. Het naleven van de (basis)maatregelen levert een groot effect op in het terugdringen van het virus. Iedereen is daarmee ook zelf verantwoordelijk voor de juiste omgang met de toegangsbewijzen.

Gemeenten houden risicogericht en steekproefsgewijs toezicht. De handhaving richt zich daarmee primair op locaties waar het risico op besmetting en/of niet naleven het grootst is.

Deze werkwijze gaat uit van vertrouwen en doet recht aan de inspanningen die het overgrote deel van de ondernemers en instellingen doet om de maatregelen na te (doen) leven. Daar waar het niet goed gaat wordt de verantwoordelijke aangesproken en waar nodig wordt er gehandhaafd. Bestuursrechtelijke handhaving door gemeenten is in deze het sluitstuk en heeft het oogmerk om de naleving te bevorderen.

Bij het opzettelijk niet willen controleren op het CTB zal direct steviger worden gehandhaafd, bijvoorbeeld met een sluiting of het opleggen van een dwangsom.

Verbeteren controle

Het aantal plaatsen waarbij de CTB plicht niet wordt uitgevoerd moet verminderen. De grootste winst die we daarbij kunnen behalen, zit bij de naleving en controle. Bij de handhaving is het nauwelijks mogelijk te intensiveren. Dit komt nadrukkelijk naar voren uit de gesprekken met de betrokken organisaties (zie ook hieronder).

De controle van het CTB moet uitgevoerd worden door ondernemers, instellingen en verenigingen. Dit is voor hen een extra taak die, afhankelijk van de branche, tot veel extra controlewerkzaamheden leidt. Het kabinet heeft de CTB-plichtige branches tot nu toe ondersteund door voor de periode oktober t/m december 2021 45 miljoen via de veiligheidsregio’s beschikbaar te stellen.

Om de controle van het CTB verder te bevorderen heeft het kabinet in overleg met de VNG, VNO NCW en MKB Nederland besloten de facilitering van ondernemers te intensiveren langs twee lijnen:

A. VNO-NCW en MKB-NL gaan centrale coördinatie en ondersteuning organiseren richting de ondernemers/instellingen/verenigingen in de CTB-plichtige sectoren. De ondersteuning bestaat onder meer uit ondersteuning van gemeenten en ondernemers met het opleiden en werven van CTB-hosts. De uitzendbranche is hier ook op aangesloten. Daarnaast worden mystery guests/shoppers ingezet en zullen ervaren adviseurs helpen bij het vormgeven van lokaal maatwerk en het delen van slimme oplossingen (best practices). Dit heeft als doel om de controle zo breed en efficiënt mogelijk in te richten. Ook komt er ondersteuning in de vorm van een helpdesk voor vragen van de ondernemers. Daarnaast zullen zij -in aanvulling op de campagne vanuit de Rijksoverheid- een communicatiecampagne opzetten richting hun achterban om hen aan te sporen de controle goed uit te voeren en ze te informeren wat de verwachtingen zijn richting de ondernemers.

De VNG pakt zoals gebruikelijk dezelfde rol op richting gemeenten. Zij werken met een helpdesk en ondersteunen gemeenten ook bij hun (veel) gestelde vragen.

B. Het kabinet maakt extra middelen vrij om bij te dragen in de kosten die ondernemers, instellingen en verenigingen maken voor het controleren van het CTB of hen daarbij anderszins te faciliteren. Het faciliteren kan onder meer door controleurs (CTB-hosts) aan te stellen of door slimme oplossingen te organiseren, zoals centrale controlepunten met polsbandjes. De middelen verdelen we in een nieuwe regeling via de gemeenten om lokaal maatwerk richting de ondernemers mogelijk te maken.

Deze middelen zijn bedoeld voor ondernemers in de CTB-plichtige sectoren zoals de horeca en sportclubs, voor wie toegangscontrole een extra taak is, en waar normaal gesproken geen toegangsbewijs nodig is om binnen te komen. De regeling geldt in eerste instantie voor twee maanden. Na twee maanden evalueren we deze regeling samen ook met de VNG en VNO-NCW. Deze regeling komt in de plaats van de regeling die tot het einde van het jaar richting de veiligheidsregio’s voor hetzelfde doel liep. In praktijk merkten we dat de Veiligheidsregio’s de middelen al doorverdeelden naar de gemeenten in hun regio.

Voor bovenstaande twee sporen maakt het kabinet 34,5 miljoen per maand vrij.

Signalen en overwegingen vanuit de handhaving

Daarnaast hebben we ook om de gewijzigde motie van het lid Aukje de Vries c.s. uit te voeren met de betrokken partijen onderzoek gedaan hoe de naleving, controle en handhaving verder nog beter kan.

In de cijfers van de handhaving zien we dat het aantal lasten onder dwangsom en sluitingen vanaf begin november (week 44) fors is toegenomen ten opzichte van de periode daarvoor. In totaal is er in de afgelopen 5 weken 54 keer een last onder dwangsom uitgedeeld. Daarnaast zijn er 38 preventieve lasten onder dwangsom opgelegd. Dit zijn ingrijpende bestuurlijke ingrepen voor zowel de ondernemer als de gemeente. Dit geldt uiteraard nog meer voor het sluiten van een onderneming. Dit heeft zich 8 keer voorgedaan. Onderstaande tabel geeft het hele overzicht.

Eenduidig beleid met zo min mogelijk uitzonderingen of verschillen tussen sectoren en gemeenten is vanuit het perspectief van de handhaving het beste uit te voeren. Daarbij geldt ook dat hoe breder het draagvlak is voor een maatregel of hoe beter de maatregelen uitlegbaar zijn, hoe beter de naleving en handhaving is. Als meer mensen zich aan de regels houden, omdat ze er achter staan, maakt dat het werk van de handhavers beter uitvoerbaar. Het kabinet is zich ervan bewust dat we moeten blijven inzetten op goede communicatie, met name over het effect dat de maatregelen beogen.

Uit gesprekken (VNG, G4, de Politie en BOA’s) blijkt vooral dat het belangrijkste knelpunt de beschikbare capaciteit is, waardoor er maximaal risicogericht en steekproefsgewijs kan worden gehandhaafd. Dit is in lijn met het landelijke afsprakenkader (zie hierboven).

De Politie pleegt nu veel inzet op het handhaven van de maatregelen en het beteugelen van de maatschappelijke onrust. Ze staan daarmee ook regelmatig echt in de frontlinie. Dit leidt ertoe dat reguliere en uitstelbare politiezorg op bepaalde plaatsen voor een deel is afgeschaald. Ook om te borgen dat er voldoende capaciteit overblijft om de openbare orde (tijdens de feestdagen) te handhaven.

Naleving, controle en handhaving van de mondkapjes in het openbaar vervoer.

Omdat het in het OV niet altijd mogelijk is om 1,5 meter afstand te houden, is het dragen van een mondkapje in het openbaar vervoer verplicht. Veruit de meeste reizigers houden zich aan deze maatregel. In het gedragsonderzoek van het RIVM geeft 98% van de mensen aan zich aan de maatregel te houden. 88% geeft aan de maatregel te steunen. Vervoerders zijn tevreden over de wijze waarop de handhaving van de coronamaatregelen is ingericht. Er is hierbij zo veel mogelijk aangesloten op de reguliere werkwijze en taakverdeling tussen OV-medewerkers en de politie, zodat het voor OV-medewerkers en Politie een eenduidige aanpak blijft. Op dit moment worden gemiddeld 180 boetes per week uitgeschreven in relatie tot de coronamaatregelen in het OV.

Hoewel de meeste reizigers zich houden aan de afspraken, zijn er ook reizigers die zich onbehoorlijk en soms ronduit agressief gedragen. Dit gedrag is volstrekt onacceptabel en wordt niet getolereerd. De OV-sector en haar medewerkers zorgen ervoor dat we veilig kunnen blijven reizen en zij verdienen onze steun en waardering. Het aantal incidenten blijft stabiel rond de 50 incidenten per week sinds begin van 2021. In het algemeen is de indruk dat het «lontje» wat korter wordt bij de reizigers als het gaat om de Covid-19-maatregelen. Dit is een maatschappelijk fenomeen, dat over de hele breedte van de coronamaatregelen en handhaving daarvan tot uiting komt. In de toekomst blijft het belangrijk om in te zetten op heldere communicatie en uitleg over (de noodzaak van) de coronamaatregelen om draagvlak te behouden. Het Rijk heeft hier veel aandacht voor. Ook vervoerders blijven inzetten op goede communicatie binnen het OV. Daarnaast blijft de Staatssecretaris van IenW met de betrokken OV-partijen de effecten van de coronamaatregelen monitoren en verbetermogelijkheden verkennen.

Ten slotte

Hierbij herhaal ik dat we samen met de burgemeesters en de betrokken sectoren onophoudelijk bezig zijn om de controle van het CTB en het naleven van de coronamaatregelen in het algemeen te bevorderen. Dat blijft namelijk van groot belang in onze gezamenlijke strijd tegen het virus.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven