De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet heeft beaamd dat in de beleidsstrategie met betrekking
tot corona is gekozen voor het «gecontroleerd laten uitrazen» van het virus;
constaterende dat «gecontroleerd laten uitrazen» betekent dat het virus zich dient
te kunnen verspreiden zolang de ziekenhuiscapaciteit dit toelaat, met groepsimmuniteit
als bijgevolg;
constaterende dat niet het zo veel mogelijk indammen en voorkomen van besmettingen
het doel van de beleidsstrategie is;
overwegende dat een recent KPMG-rapport constateert dat in Nederland meer dan 30.000
mensen aan COVID-19 zijn overleden op basis van de oversterftegegevens van het CBS,
en dat dit beduidend meer is dan in soortgelijke landen, zoals Denemarken, Finland
en Noorwegen;
overwegende dat het KPMG-rapport tevens bevestigt dat het verschil in prestatie voor
een belangrijk deel te wijten valt aan het gekozen Nederlandse beleid, waarbij het
voorzorgsprincipe keer op keer niet is toegepast en het kabinet daarnaast te weinig
oog heeft gehad voor de gezondheidseffecten van long covid;
overwegende dat het gekozen beleid in de afgelopen weken weer heeft geleid tot een
nieuwe golf, met honderdduizenden besmettingen en honderden doden als gevolg, en code
zwart in de zorg heeft veroorzaakt;
constaterende dat deze strategie de economie, werkende mensen, mensen uit risicogroepen,
jongeren en vele anderen enorme fysieke, financiële en mentale schade heeft toegebracht;
constaterende dat het kabinet met deze strategie niet heeft gekozen om het virus in
te dammen, en daarmee niet heeft voldaan aan de grondwettelijke plicht om de volksgezondheid
te beschermen;
keurt de coronastrategie van het virus laten uitrazen af;
roept de regering op om met deze strategie te breken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Simons