25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1466 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2021

Afgelopen twee weken is het epidemiologisch beeld verslechterd. Het reproductiegetal, de snelheid waarmee het virus zich verspreidt, is opgelopen van 0,96 (ijkdatum: 20 september) naar 1,24 (ijkdatum: 7 oktober). Het aantal besmettingen is opgelopen met inmiddels gemiddeld ruim 5.000 besmettingen per dag. Deze stijging is zichtbaar in vrijwel alle regio’s en leeftijdsgroepen, met de meeste besmettingen in de leeftijdscategorie 20–45 jaar. De grootste toename van de verspreiding vindt plaats in gebieden met een lage vaccinatiegraad.

We zien dat de eerdere daling van het aantal IC- en ziekenhuisopnamen sinds enkele weken gestopt is en dat er sinds afgelopen week sprake is van een sterke stijging in het aantal ziekenhuis- en IC opnames.

Na de versoepelingen van 25 september jl. verwachtten we een toename, maar niet zo snel en zo stevig. Op dit moment zitten we nog in risiconiveau «zorgelijk». Echter, de grenswaarden voor het hoogste risiconiveau ernstig zijn inmiddels in beeld. Het niveau van stijging zit aan de bovenkant van de bandbreedte van de huidige prognoses van het RIVM1. Dit heeft het kabinet ertoe doen besluiten de besluitvorming te vervroegen naar 2 november. Voorafgaand wordt het OMT om advies gevraagd.

Op 2 november sturen wij naar aanleiding van de besluitvorming een nieuwe stand van zakenbrief COVID-19. Normaal gesproken wenst uw Kamer hierover een plenair debat te organiseren in dezelfde week. In die week zijn vooralsnog twee andere debatten aangaande COVID-19 gepland, namelijk het WGO over de 3e verlenging van de TWM op 1 november en het commissiedebat langere termijn coronabeleid op 3 november. Gegeven de nieuwe besluitvorming kan ik tot mijn spijt de Kamervragen, gesteld ter voorbereiding op het commissiedebat langere termijn coronabeleid, niet tijdig beantwoorden. Het streven is uw Kamer deze beantwoording medio november te doen toekomen.

Ik verzoek u deze feiten mee te nemen in de overweging voor uw vast te stellen agenda voor de week van 1 november. Daarbij verzoek ik u eveneens rekening te houden met de tijd die nodig is voor deugdelijke voorbereiding van de besluitvorming op dinsdag 2 november en hiertoe de betrokken bewindspersonen op maandag 1 november in de gelegenheid te stellen.

In de stand van zakenbrief, die nu op 2 november aan uw Kamer wordt verzonden, zal het kabinet alvast een doorkijk geven naar de komende periode.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 1464

Naar boven