Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2021
Uw vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft vier petities ontvangen
inzake de uitoefening van contactberoepen in de alternatieve zorg, waaronder osteopaten,
acupuncturisten en haptotherapeuten, gedurende de lockdown. In de procedurevergadering
van 14 april 2021 heeft de commissie een reactie gevraagd op deze petities. Hierbij
treft u mijn reactie aan.
In de presentatie bij de aanbieding van de petities wordt door de aanbieder erop gewezen
dat jaarlijks 750.000 patiënten gebruikmaken van alternatieve zorg en dat deze zorg
vaak wordt vergoed vanuit de aanvullende zorgverzekering. De aanbieder stelt dat de
therapeuten die alternatieve zorg aanbieden dit doen conform de Wet op de geneeskundige
behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
Het uitoefenen van contactberoepen in de alternatieve zorg was desalniettemin niet
toegestaan van 15 december 2020 tot 3 maart 2021. De petities verzoeken om deze contactberoepen
toe te voegen aan de lijst met uitgezonderde contactberoepen, zodat deze beroepen
gedurende een lockdown uitgeoefend kunnen worden.
Zoals hiervoor aangegeven is het sinds 3 maart 2021 weer toegestaan om alle contactberoepen
uit te oefenen. Half december vorig jaar was de situatie echter dusdanig ernstig dat
het kabinet genoodzaakt was om een heftig en ingrijpend besluit te nemen door maatregelen
af te kondigen die de volle breedte van de samenleving treffen en die feitelijk neerkomen
op een lockdown. Het beleid was gericht op het beperken van contactmomenten en reisbewegingen,
zonder de noodzakelijke medische zorg te verhinderen. Hierdoor moest er een onderscheid
gemaakt worden tussen beroepen in de zorg. Dit onderscheid werd gemaakt op basis van
bestaande wet- en regelgeving, namelijk: de zorgverzekeringswet, Wet Langdurige Zorg,
Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Jeugdwet, Wet Forensische Zorg, de Wet Publieke
Gezondheid en/of (para)medische contactberoepen die onder de reikwijdte van de weg
BIG vallen of beroepsuitoefening in het kader van bloedafname en bloedvoorziening.
Er werd aansluiting gezocht bij de hiervoor genoemde wetten omdat de beroepen in deze
wetten de zorg omvatten die bekostigd wordt uit publieke middelen en beroepen omvat
die wettelijk gereguleerd zijn.
Het onderscheid tussen contactberoepen was noodzakelijk. Bij de bestrijding van het
coronavirus is het namelijk van groot belang om het aantal besmettingen te verminderen.
Met dit onderscheid werd dan ook beoogd om contactmomenten en reisbewegingen zo veel
mogelijk te beperken, zonder de noodzakelijke medische zorg te verhinderen. Dit gegeven
maakte dat het onvermijdelijk was om een onderscheid te maken tussen beroepen in de
zorg.
Sinds 3 maart 2021 mogen alle contactberoepen weer worden uitgeoefend. Hierbij gelden
wel een aantal aanvullende maatregelen. Namelijk dat klantgegevens geregistreerd dienen
te worden ten behoeve van het bron- en contactonderzoek, klanten reserveren, er een
gezondheidscheck uitgevoerd wordt en dat er een mondkapje gedragen wordt. Bij een
eventuele toekomstige lockdown zal aan de hand van de epidemiologische situatie opnieuw
worden bekeken in hoeverre het dan noodzakelijk is om het uitoefenen van contactberoepen
te beperken. Ik hoop echter dat het epidemiologisch beeld zich zodanig ontwikkelt
dat in de toekomst geen verbod op het uitoefenen van bepaalde contactberoepen nodig
zal zijn.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark