De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet per 28 april voornemens is versoepelingen door te voeren
in het coronabeleid;
overwegende dat Nederland, zij het beperkt, weer kan eten en drinken op terrassen
van cafés en restaurants en weer meer kan winkelen en funshoppen;
overwegende dat de aanvoer van dit voedsel, van deze dranken en van alle goederen
die naar ons toe worden gebracht, kan dankzij onze hardwerkende truckchauffeurs;
overwegende dat transport dag en nacht doorgaat, en dat zonder transport alles stilstaat;
overwegende dat wegrestaurants en truckersrestaurants zonder reguliere gasten – net
als bijvoorbeeld in Frankrijk en Duitsland is gebeurd – kunnen worden aangemerkt als
bedrijfsrestaurants en dus als zodanig open kunnen zijn, zoals ook ons bedrijfsrestaurant
in de Tweede Kamer en andere bedrijfsrestaurants, open zijn;
constaterende dat de wegrestaurants binnen, ondanks de versoepelingen, nog steeds
gesloten blijven;
constaterende dat truckchauffeurs stelselmatig worden vergeten en nog altijd hun werkdagen
en -nachten in eenzaamheid doorbrengen in een kleine cabine, zonder tafel en stoel
en zonder douchefaciliteiten, wat arbotechnisch ontoelaatbaar is;
constaterende dat de Gezamenlijke Nederlandse Wegrestaurants een protocol hebben geschreven
waarmee strikt en alleen de beroepschauffeur recht heeft op eten bij hen binnen;
constaterende dat ook truckchauffeurs sociale contacten nodig hebben om geestelijk
gezond te kunnen blijven en ons zo kunnen blijven voorzien van onze goederen, voedsel
en dranken;
verzoekt het kabinet, een uitzondering te maken voor wegrestaurants en truckersrestaurants,
zodat die beroepschauffeurs, op vertoon van hun chauffeurspas, kunnen toelaten om
– de coronamaatregelen in acht nemend – te eten en waar mogelijk te douchen,
en gaat verder met het verspreiden van gezond verstand in de Tweede Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.