25 265
Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Kaderwet LNV-subsidies)

A
NADER RAPPORT1

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 4 maart 1997, aangeboden aan de Koningin door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 21 november 1996, nr. 96.005784, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovengenoemde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 21 januari 1997, nr. W11.96.0542, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State kan zich met het voorstel van wet verenigen. Hij plaatste enkele redactionele kanttekeningen, die in het voorstel van wet en de memorie van toelichting zijn verwerkt.

Het voorstel van wet is voorts op een tweetal punten gewijzigd ten opzichte van de aan de Raad van State voor advies voorgelegde tekst. Artikel 146 van de Landinrichtingswet zal thans op verschillende punten, waaronder de subsidiegrondslag, worden gewijzigd bij de aanpassing van deze wet aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht. In artikel 8 van het onderhavige wetsvoorstel wordt derhalve artikel 146 van de Landinrichtingswet niet meer genoemd. Voorts zal artikel 37 van de Jachtwet niet vervallen om dezelfde reden als ten aanzien van het niet vervallen van artikel 85 van het wetsvoorstel voor de Flora- en faunawet (kamerstukken II, 23 147, nr. 9) in de memorie van toelichting bij het onderhavige wetsvoorstel reeds uiteen was gezet. De memorie van toelichting is op de voornoemde punten aangepast.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen


XNoot
1

De tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven