25 264
Regels voor de niet-openbare arbeidsbemiddeling en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING, ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I. VOORSTEL VAN WET

– In artikel 1, eerste lid, onderdeel d, ontbrak de zinsnede «naar burgerlijk recht».

– In artikel 1, eerste lid, onderdeel e, is de zinsnede «in diens onderneming» voor «verrichten van arbeid» komen te vervallen.

– Artikel 4 begon met: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ...

– In artikel 11 is het derde lid komen te vervallen. Het genoemde lid luidde:

3. De werkingsduur van de in dit artikel bedoelde regels bij algemene maatregel van bestuur kan tijdelijk zijn.

– In het vierde lid van artikel 16a CSV in artikel 15 is de aansprakelijkheid voor de omzetbelasting verwerkt. Dit artikellid luidde:

4. Indien een inlener ingevolge een schriftelijke overeenkomst met de uitlener ten behoeve van de voldoening van sociale verzekeringspremies en loonbelasting in verband met het verrichten van werkzaamheden door een ter beschikking gestelde werknemer, een bedrag heeft overgemaakt op een rekening die door die uitlener ten behoeve van de betaling van sociale verzekeringspremies en loonbelasting wordt gehouden bij een kredietinstelling die is geregistreerd ingevolge artikel 52, tweede lid, onder a, b, of c, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 wordt het bedrag waarvoor de aansprakelijkheid van de inlener uit hoofde van het eerste lid en van artikel 34, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 met betrekking tot die werkzaamheden in eerste aanleg bestaat, verminderd met dat overgemaakte bedrag.

– Aan het negende lid van artikel 16a CSV in artikel 15 was de zinsnede toegevoegd, die luidde:

en geacht te zijn aangesloten bij het uitvoeringsorgaan dat hem op grond van dit artikel voor de betaling van premie aanspreekt.

– Het eerste lid van artikel 34 van de Invorderingswet 1990 in artikel 16 luidde:

1. Ingeval een werknemer met instandhouding van de dienstbetrekking tot zijn inhoudingsplichtige, de uitlener, door deze ter beschikking is gesteld aan een derde, de inlener, om onder diens toezicht of leiding werkzaam te zijn, is de inlener hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting welke de uitlener verschuldigd is in verband met het verrichten van die werkzaamheden door die werknemer.

– Het vierde lid van artikel 34 van de Invorderingswet 1990 in artikel 16 luidde:

4. Indien een inlener ingevolge een schriftelijke overeenkomst met de uitlener ten behoeve van de voldoening van loonbelasting en sociale verzekeringspremies in verband met het verrichten van werkzaamheden door een ter beschikking gestelde werknemer, een bedrag heeft overgemaakt op een rekening die door die uitlener ten behoeve van de betaling van loonbelasting en sociale verzekeringspremies wordt gehouden bij een kredietinstelling die is geregistreerd ingevolge artikel 52, tweede lid, onderdelen a, b of c, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 wordt het bedrag waarvoor de aansprakelijkheid van de inlener uit hoofde van het eerste lid en artikel 16a, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering met betrekking tot die werkzaamheden in eerste aanleg bestaat, verminderd met dat overgemaakte bedrag.

– In het vijfde en zesde lid van artikel 34 van de Invorderingswet 1990 in artikel 16 is na «loonbelasting» omzetbelasting ingevoegd.

– Artikel 22 is toegevoegd onder vernummering van de artikelen 22 tot en met 24 tot artikelen 23 tot en met 25.

– Artikel 24 (was 23) luidde:

Artikel 23

Artikel 1, vierde lid, vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

II. MEMORIE VAN TOELICHTING

– Algemeen

Nadat dit wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State werd aange- boden zijn de Arbeidsvoorzieningswet 1996 en de Invoeringswet Arbeidsvoorzieningswet 1996 inmiddels aangenomen en in werking getreden. De tekst in de Memorie van Toelichting is hierop aangepast. Waar verwezen wordt naar de tot de inwerkingtreding van die wetten geldende Arbeidsvoorzieningswet is «1990» toegevoegd.

– 2. Achtergronden van het wetsvoorstel

Aan het slot van de eerste alinea ontbrak de passage «, in hun onderlinge samenhang». Aan het slot van die alinea was een zin toegevoegd, die luidde:

«In weerwil van het feit dat nog pas bij de voorbereiding van de Arbeidsvoorzieningswet 1990 het vergunningensysteem (opnieuw) in de wetgeving is verankerd, komt het kabinet tot deze opvatting op grond van de volgende overwegingen».

– 3.2.1 Inlenersaansprakelijkheid en vrijwaring

* Op verschillende plaatsen is naast loonbelasting de omzetbelasting genoemd of is waar melding werd gemaakt van loonbelasting dit vervangen door belasting. Voorts is «bedrijfsverenigingen» vervangen door: het Lisv.

* In de tweede alinea ontbrak het toevoegsel tussen haakjes luidende: (anders dan bij de ketenaansprakelijkheid het geval is, zal in het kader van de inlenersaansprakelijkheid het zogenoemde doorstorten niet geoorloofd zijn; dit aspect zal hierna nog nader worden toegelicht).

* In de derde alinea is na «beschikkingsmacht» een nieuwe zin ingevoegd.

* Deze paragraaf bevatte een subparagraaf (voor internationale aspecten), die luidde:

Omzetbelasting

Het nieuwe artikel 34 Invorderingswet 1990 voorziet, in tegenstelling tot de bestaande tekst van dat artikel, niet in een aansprakelijkheid van de inlener voor de door de uitlener ter zake van de terbeschikkingstelling van arbeidskrachten verschuldigde omzetbelasting. Een antwoord op de vraag of het handhaven van de aansprakelijkheid van inleners voor de door de uitlener verschuldigde omzetbelasting, met name uit uitvoeringstechnisch oogpunt, mogelijk is kan thans nog niet worden gegeven. Daarvoor is nadere studie nodig. Besloten is daarom in de nieuwe redactie van artikel 34 Invorderingswet 1990 de aansprakelijkheid van de inlener voor de door de uitlener (en eventueel de doorlener) verschuldigde omzetbelasting vooralsnog niet op te nemen. Het kabinet streeft ernaar deze studie op zeer korte termijn af te ronden.

* In de laatste alinea van deze paragraaf ontbrak de zin beginnend met: Het laatste geldt ook voor».

– In paragraaf 3.2.2. is waar melding werd gemaakt van een «bestaakte onderneming» dit vervangen door: een onderneming waarin gestaakt wordt.

– 5. Effecten van het wetsvoorstel

De laatste alinea met als koptekst «Effecten voor arbeidskrachten» ontbrak.

Toelichting op de artikelen

– De voorlaatste alinea van de toelichting bij artikel 1, eerste lid, onder e, luidde:

In onderdeel e wordt een definitie gegeven van het begrip ter beschikkingstelling van arbeidskrachten. Er is aangesloten bij de bestaande omschrijving van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in de Arbeidsvoorzieningswet 1990. Het begrip is ruimer dan voorzien in uitzendovereenkomsten als bedoeld in 7.10 van het Burgerlijk Wetboek (na aanname van het wetsvoorstel......, kamerstukken II,). Met deze omschrijving is niet van belang of de persoon, die ter beschikking gesteld wordt, in een arbeidsverhouding tot de ter beschikkingstellende staat, hoewel dat meestal wel het geval zal zijn.

– In de tweede alinea van de toelichting bij artikel 1, eerste lid, onderdeel e ontbraken de laatste twee zinnen.

– De tweede alinea van de toelichting op artikel 2, beginnend met «Ten aanzien van ....», ontbrak.

– In de één na laatste zin van de toelichting op artikel 4 stond in plaats van «speciale voorschriften»: een vergunningstelsel.

– In de tweede alinea van de toelichting op artikel 5 ontbrak de passage beginnend met «Bij de uitwerking van....» en eindigend met «....het tweede lid worden bepaald.».

– De derde zin van de toelichting op artikel 9 luidde: De achtergrond is, dat voorkomen moet worden dat met het terbestikkingstellen van de arbeidskrachten de arbeidsverhoudingen worden verstoord en getreden wordt in de stakingsvrijheid.

– De laatste zin van de toelichting op artikel 9 luidde: Ook al bij de onderneming werkzame arbeidskrachten, die ter beschikking van die onderneming zijn gesteld, voordat sprake is van een arbeidsconflict, mogen niet worden ingezet voor de werkzaamheden van de stakers.

– De laatste alinea van de toelichting op artikel 11 luidde: De noodzaak van een verscherpt regime zal tijdelijk moeten zijn om te kunnen bijdragen aan herstel van het evenwicht op de arbeidsmarkt. Voorts zal de overgangsregeling voor de bouwsector tijdelijk gelden. Om die reden is de tijdelijke werkingsduur mogelijk gemaakt in het derde lid.

– In de een na laatste zin van de toelichting op artikel 14 ontbrak de zinsnede na: civiele procedures.

– In de toelichting op de artikelen 15 en 16 is de omzetbelasting toegevoegd en de bedrijfsvereniging vervangen door het Lisv en ontbrak het slot van de tweede alinea beginnend met: «Omdat de aansprakelijkheid voor de omzetbelasting» en eindigend met: «ter beschikkingstelling.».

– De toelichting op artikel 22 ontbrak.

– De laatste zin van de toelichting op artikel 24 (was artikel 23) ontbrak.

Naar boven