nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 21 november 1997
In antwoord op vragen van het lid Marijnissen, gesteld tijdens de 2e termijn
van de behandeling van de wetsvoorstellen Flexibiliteit en Zekerheid en Wet
allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), geef ik hierbij een
overzicht van de wijze waarop de Arbeidsinspectie het toezicht op laatstgenoemde
wet gaat uitvoeren.
In de eerste plaats zal ik door middel van frequent monitoringonderzoek
op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen binnen de branche van intermediaire
dienstverlening op de arbeidsmarkt, zowel op het terrein van de arbeidsbemiddeling
als de terbeschikkingstelling van arbeidskrachten.
In de tweede plaats zal de Arbeidsinspectie jaarlijks, op projectbasis
toezichtsonderzoek houden waarbij de accenten worden gelegd op een aantal
bepalingen van de Waadi, te weten: naleving van de bepalingen inzake commerciële
arbeidsbemiddeling, de loonverhoudingsnorm, het onderkruipersverbod en de
arboverplichtingen. Naast gebundelde rapportage zal de Arbeidsinspectie in
voorkomende gevallen werkgevers en werknemers op de hoogte stellen van de
onderzoeksresultaten.
In de derde plaats verricht de Arbeidsinspectie nader onderzoek naar aanleiding
van specifieke klachten, met name van werknemers. De gebruikelijke gedragslijn,
zoals omschreven in de Algemene wet Bestuursrecht, zal daarbij worden gevolgd.
Dit betekent in algemene zin dat vrijwel elke klacht door de Arbeidsinspectie
in behandeling wordt genomen, waarbij geheimhouding wordt betracht en dat
over het ingestelde onderzoek aan de klager wordt gerapporteerd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. P. W. Melkert