25 263
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid)

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID ROSENMÖLLER

Ontvangen 24 september 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt onderdeel J vervangen door:

J

Artikel 668 wordt vervangen door:

Artikel 668

1. Indien een arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667 lid 1, door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet, wordt zij geacht op dezelfde voorwaarden voor onbepaalde tijd te zijn voortgezet.

2. Hetzelfde geldt wanneer voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst opzegging nodig is, maar de opzegging achterwege blijft en de gevolgen van de voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet opzettelijk zijn geregeld.

3. Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of voor bepaalde tijd kan slechts voor bepaalde tijd worden voortgezet, indien deze voortzetting schriftelijk wordt overeengekomen. Artikel 667 lid 3, is van overeenkomstige toepassing.

4. Indien een arbeidsovereenkomst is voortgezet voor bepaalde tijd, is voor haar beëindiging opzegging nodig, tenzij het betreft een eerste voortzetting van niet meer dan zes maanden en partijen schriftelijk zijn overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de bepaalde tijd eindigt en dat opzegging niet nodig is.

5. Voor de toepassing van de leden 3 en 4 worden arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen die elkaar met tussenpozen van niet meer dan drie maanden zijn opgevolgd, geacht een voortgezette arbeidsovereenkomst te vormen, tenzij zij louter het verrichten van losse, ongeregelde arbeid betreffen en zij ieder voor zich binnen 31 dagen eindigen.

6. De leden 1 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten tussen een werknemer en verschillende werkgevers die ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn.

7. Van de leden 1 tot en met 6 kan slechts worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een bevoegd publiekrechtelijk orgaan.

II

In artikel I vervalt onderdeel K.

III

In artikel I, onderdeel AC, wordt in artikel 691 lid 1 «artikel 668a» vervangen door: artikel 668.

IV

In artikel XIII, onderdeel A, punt 1, wordt de zinsnede «zijn de artikelen 668a leden 1 en 2, en» vervangen door: is artikel.

Toelichting

Dit amendement beoogt de bepalingen met betrekking tot de voortzetting van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in overeenstemming te brengen met het indertijd door de Tweede Kamer aanvaarde wetsvoorstel Herziening Ontslagrecht (21 479). De indiener is van oordeel dat aan verdergaande flexibilisering van de arbeidsovereenkomst dan toen werd vastgesteld geen reële behoefte bestaat, temeer niet daar de bepalingen met betrekking tot de opzegging van dienstverbanden voor onbepaalde tijd ook al worden versoepeld. Bovendien kunnen sociale partners bij CAO desnoods nog tot afwijkende, soepeler afspraken komen.

De enige wijziging ten opzichte van wetsvoorstel 21 479 betreft de periode van onderbreking waarna een nieuwe arbeidsovereenkomst geacht wordt de voortzetting van een vorige arbeidsovereenkomst te zijn. Deze periode bedroeg in wetsvoorstel 21 479 conform het huidige recht maximaal 31 dagen, terwijl in dit amendement de termijn van het nu voorliggende wetsvoorstel, maximaal drie maanden, wordt gehanteerd.

Rosenmöller

Naar boven