nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel G, wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 648a lid 1 wordt «Artikel 647 leden 2 en 3, is»
vervangen door: De leden 2 en 3 van artikel 647 zijn.
B
Artikel I, onderdeel K, wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 668a lid 2 vervalt: , aangegaan voor bepaalde tijd,.
C
Artikel I, onderdeel N, wordt gewijzigd als volgt:
a. In artikel 670a lid 1, onderdeel d, wordt «lid 5» vervangen
door: vijfde lid en «lid 1» door: eerste lid.
b. Aan lid 1 van artikel 670b wordt de volgende volzin toegevoegd: Artikel
669 is niet van toepassing bij een opzegging gedurende de proeftijd.
c. In artikel 670b lid 2 wordt «De artikelen 670 leden 1 tot en
met 7, en 670a» vervangen door: De leden 1 tot en met 7 van artikel
670 en artikel 670a.
D
Artikel II, onderdeel F, wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 32 wordt «delegeren onderscheidenlijk overdragen»
vervangen door: overdragen.
E
Artikel VI, onderdeel A, wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 16, derde lid, onderdeel c, wordt «artikel 672, tweede
en vierde lid,» vervangen door: de leden 2 en 4 van artikel 672.
F
Na artikel XI worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XIA
De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt na «wettelijke termijnen» toegevoegd:
, met dien verstande echter dat in elk geval de arbeidsovereenkomst kan worden
beëindigd door opzegging met een termijn van zes weken.
b. Het tweede en derde lid vervallen.
c. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.
2. Artikel 239 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt «artikel 672, eerste en tweede lid,»
vervangen door: artikel 672 lid 2.
b. In het tweede lid wordt «artikel 672, eerste lid,» vervangen
door: artikel 672 lid 3.
ARTIKEL XIB
Aan artikel 12 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt
een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:
4. Voor zover het loon niet naar tijdruimte is vastgesteld maar afhankelijk
is van de uitkomsten van de verrichte arbeid, wordt voor de toepassing van
het bij of krachtens deze wet bepaalde als arbeidsduur aangemerkt: de tijd,
die redelijkerwijs met de uitvoering van de verrichte arbeid is gemoeid.
Toelichting
A. Artikel I, onderdeel G
De redactie van de verwijzing naar leden van een ander artikel is aangepast
aan de redactie van Titel 7.10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Het
betreft hier geen inhoudelijke wijziging.
B. Artikel I, onderdeel K
Voor de toelichting van deze wijziging wordt verwezen naar de nota naar
aanleiding van het verslag, waar in paragraaf 6 van het algemeen gedeelte
de problematiek over het meetellen in de keten van lid 1 van artikel 668a
aan de orde is gesteld.
C. Artikel I, onderdeel N
De aanpassingen onder a en c zijn van redactionele aard. Het gaat om de
manier van verwijzing naar (de leden van) andere artikelen.
Voor de toelichting van de wijziging onder b wordt verwezen naar de nota
naar aanleiding van het verslag, waar in het gedeelte Artikelen onder artikelen
669 de vraag aan de orde is of dit artikel van toepassing is bij opzegging
gedurende de proeftijd.
D. Artikel II, onderdeel F
Het betreft hier een louter terminologische wijziging, welke verband houdt
met de in het kader van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht
gehanteerde terminologie inzake overdracht van bevoegdheden. Uit artikel 10:13
Awb vloeit voort dat «delegeren» slechts betrekking heeft op het
overdragen van een bevoegdheid tot het nemen van besluiten in de zin van artikel
1:3 Awb. «Overdragen» kan daarentegen betrekking hebben op alle
soorten van bevoegdheden en omvat dus mede «delegeren». Zoals
in het nader rapport bij het wetsvoorstel Aanpassingswet Derde tranche Awb
I, in navolging van het advies van de Raad van State is uiteengezet, is het
gelet hierop minder juist de begrippen «overdragen» en «delegeren»
nevengeschikt te gebruiken.
E. Artikel VI, onderdeel A
Het betreft hier, net als onder A en C, een redactionele aanpassing, die
verband houdt met de redactie van titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
F. Artikel XIA
De artikelen 40 en 239 van de Faillissementswet zijn aangepast aan de
systematiek van de vereenvoudigde regeling van de opzegtermijnen in artikel
672 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Daarbij is ook de afzonderlijke
regeling van de opzegtermijnen ten aanzien van werknemers van 45 jaar en ouder
komen te vervallen.
Artikel XIB
Bij brief van 13 mei 1997 is het voorstel van Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
in verband met de mogelijkheid van tijdelijke afwijking (Kamerstukken II 1995–1996,
24 667) ingetrokken. Hierdoor is ook de in dat wetsvoorstel opgenomen
aanpassing van artikel 12 van die wet, waarin wordt voorgesteld aan werknemers
die naar stukloon worden betaald een minimum(uur)loon te garanderen, ingetrokken.
Via deze nota van wijziging wordt de bedoelde aanpassing alsnog gerealiseerd.
Voor het overige kan volstaan worden met een verwijzing naar de genoemde Kamerstukken.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. P. W. Melkert
De Minister van Justitie a.i.,
H. F. Dijkstal