25 255 (R 1586)
Wijziging van de Schepenwet in verband met de totstandkoming van de Wet havenstaatcontrole

nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG VAN DE STATEN VAN ARUBA

Ontvangen 25 september 1997

Ondergetekende heeft kennis genomen van de bedenkingen bij het onderhavige wetsvoorstel van de zijde van de Staten van Aruba. Deze bedenkingen geven ondergetekende aanleiding tot de volgende opmerkingen.

In het verslag wordt een aantal opmerkingen gemaakt met betrekking tot een ambtelijk concept voor een (nieuw) Arubaans Zeebrievenbesluit. Ondergetekende kan bevestigen dat op dit moment op ambtelijk niveau besprekingen gevoerd worden over het genoemde concept. Het komt ondergetekende voor dat het niet alleen prematuur, maar zelfs onjuist zou zijn om op dit moment in te gaan op de inhoud van het concept. Het Arubaanse Zeebrievenbesluit zal naar verwachting de vorm krijgen van een algemene maatregel van rijksbestuur. Dergelijke besluiten worden, zoals bekend, ingevolge het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden voorgelegd aan de rijksministerraad – waarin Aruba is vertegenwoordigd – en aan de Raad van State van het Koninkrijk. Ondergetekende kan standpunten ten aanzien van de inhoud van het concept voor het nieuwe besluit slechts uitdragen in het kader van deze procedure.

Gezien de omstandigheid dat in het verslag van de Staten van Aruba geen opmerkingen worden gemaakt die het onderwerp van het voorliggende wetsvoorstel raken, spreekt ondergetekende het vertrouwen uit dat de mondelinge behandeling van dit wetsvoorstel hiermee voldoende is voorbereid.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven